Afbeelding 21: Venster Beeldscherminstelling
Tabel 10: Beschrijving van het venster Beeldscherminstelling
Optie
1. Standaard BNC-uitgang
2. Beeldinstelling
3. Helderheid BNC-uitgang
4. VGA-resolutie
5. HDMI-resolutie
6. Statuspictogrammen
weergeven
7. Tijdbalk transparant
TruVision NVR 21 (SP) Gebruikershandleiding
Beschrijving
Hier definieert u de gewenste uitgangsmodus. De BNC-uitgang kan als
spotmonitor gebruikt worden en produceert ook het gebruikte beeld.
Selecteer één van de opties in de vervolgkeuzelijst: PAL of NTSC, en
klik op Toepassen.
Hier definieert u de gewenste uitgangsmodus.
Selecteer één van de opties in de vervolgkeuzelijst: Standaard, Helder,
Kalm of Levendig, en klik op Toepassen.
Definieer de gewenste helderheid met behulp van de schuifregelaar.
Definieer de resolutie van de geselecteerde monitor.
Selecteer een van de opties in de vervolgkeuzelijst en klik op
Toepassen. De geselecteerde resolutie moet dezelfde zijn als die van
de monitor.
Definieer de resolutie van de geselecteerde monitor.
Selecteer een van de opties in de vervolgkeuzelijst en klik op
Toepassen. De geselecteerde resolutie moet dezelfde zijn als die van
de monitor.
Hiermee kunt u instellen of de statuspictogrammen wel of niet
weergegeven moeten worden. De standaardwaarde is Inschakelen.
Selecteer de transparantie van de tijdbalk voor de monitoruitgang op het
scherm in verhouding tot de achtergrond, om de tijdbalk beter leesbaar
te maken.
Schakel het selectievakje in of uit om de optie in of uit te schakelen. De
standaardinstelling is Uitschakelen.
Hoofdstuk 9: Beeldscherminstellingen
57