REGELMATIG ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES
ZIJSTANDAARD
1
Controleer de zijstandaard (1) voor elke rit en
smeer regelmatig de oppervlakken van metaal
op metaal.
WAARSCHUWING
Als de zijstandaard (1) niet soepel in- en uit-
klapt, neem dan contact op met uw dealer.
TELESCOOPVORK
De toestand van de telescoopvork moet volgens
de onderhoudstabel worden gecontroleerd. Bo-
vendien moet deze voor elke rit even worden
gecontroleerd en indien nodig met een verzor-
gingsmiddel worden behandeld.
WAARSCHUWING
Plaats de scooter op een veilige manier, zodat
hij niet kan omvallen tijdens de inspectie.
•
Plaats de scooter rechtop.
•
Controleer de binnenbuizen op krassen, be-
schadigingen en olielekken.
•
Trek de voorrem aan en duw het stuur
een paar keer stevig naar beneden om de
vering van de vork te controleren.
•
WAARSCHUWING
•
Als de vork beschadigd is, neem dan
contact op met uw dealer.
•
Als u de vork met een verzorgingsmiddel
behandelt, zorg er dan voor dat dit niet
op de banden of in het remsysteem te-
rechtkomt. Dit kan leiden tot ongelukken.
STUURKOPLAGER
1
WAARSCHUWING
Een versleten of loszittende stuurlager (1) is
gevaarlijk. Laat de besturing controleren vol-
gens de onderhoudstabel.
Plaats het voertuig op de bokstandaard en ver-
plaats het gewicht van het voorwiel. Houd de
vork naar beneden en probeer hem heen en
weer te bewegen. Als er speling wordt geconsta-
teerd, neem dan contact op met uw dealer om de
besturing te controleren.
23