Op bepaalde schermen zijn vertica-
le en horizontale pijlen te zien. Dit
geeft aan dat u de instelling tussen
de horizontale pijlen met de
LINKS/RECHTS-knop kunt verande-
ren en de instelling tussen de verti-
cale pijlen met de OMHOOG/OM-
LAAG-knop kunt veranderen.
Een dubbele pijl geeft, naargelang
het weergegeven scherm, het vol-
gende aan:
-
Houd de OMLAAG-knop inge-
drukt als de volumebalk wordt
weergegeven om het geluid te
dempen. Bij gedempt geluid
wordt het volume hersteld door
de OMHOOG-knop in te druk-
ken.
-
Met de betreffende pijlknop
doorloopt u de waarden naar
onder of naar boven.
-
Met de betreffende pijlknop
doorloopt u de lijst zodat ook de
resterende punten zichtbaar
worden.
TYPISCH
1. Met de OMHOOG/OMLAAG-knop se-
lecteert u de verticale pijlen.
2. Met de LINKS/RECHTS-knop selecteert
u de horizontale pijlen.
Door een item te selecteren stelt
u de huidige waarde voor dit item
in.
Na een bevestiging van het veilig-
heidsbericht bij het opstarten van
het instrumentenbord, of na een
paar seconden in een ander scherm
te blijven zonder op een RECC-
knop te drukken, keert de display
MULTIFUNCTIONEEL INSTRUMENTENBORD
automatisch terug naar het stan-
daard rijscherm.
Beschrijving van de cate-
goriepictogrammen
Standaard rijscherm
STANDAARD RIJSCHERM
1. Koelvloeistoftemperatuur (optiepakket)
2. Brandstofpeil (optiepakket)
3. Digitale snelheidsmeter
4. Motortoerental (zonder fabrieksinstel-
ling)
5. Voorkeuzezender of radiofrequentie
(zonder fabrieksinstelling)
1) Koelvloeistoftemperatuur
(behalve modellen met aparte
analoge meters)
Een niveaumeter die voortdurend
de temperatuur van de koelvloei-
stof aangeeft.
OPMERKING: Op modellen met
een aparte analoge meter voor de
koelvloeistoftemperatuur wordt de
niveaubalk niet weergegeven op
de digitale display.
2) Brandstofpeil (behalve
modellen met aparte analoge
meters)
Niveaumeter die voortdurend de
hoeveelheid brandstof in de brand-
stoftank weergeeft.
OPMERKING: Op modellen met
een aparte analoge meter voor het
37