Bedieningshandleiding
Veiligheidsvergrendeling
AZM 161ST-../.. met stekker
AZM 161ST-12/11...
71 72
13
14 21 22
41 42 51 52 63 64
A1 A2
1 2 3 4
AZM 161ST-11/03...
AZM 161 12/11
11 12 21 22
41 42 51 52 63 64
71 72
A1 A2
1 2 3 4
AZM 161...-G met LED
De contacten worden getoond in gesloten en vergrendelde toestand.
AZM 161SK-12/12...G
AZM 161CC-12/12...G
+24 VDC
21
41
13
YE
YE
22
42
14
+
14 21 22
41 42 51 52
Legende
14: deur gesloten
+ : +24 VDC
64: ontgrendeld
Toestand van het
magneetaansturing LED
systeem
deur open
24V
●
0V
Deur gesloten,
24V
●
0V
bediensleutel
ingevoerd (niet
vergrendeld)
Deur gesloten,
0V
●
24V
bediensleutel
ingevoerd en
vergrendeld
●
LED brandt
●
AZM 161ST-12/11...
71 72
13
14 21 22
41 42 51 52 63 64
A1 A2
1 2 3 4
AZM 161 11/12
63
51
71
64
52
72
GN
71 72
64
A1 A2
:0 VDC
Contacten
●
●
●
–
–
on on
●
●
●
on on
–
on
●
●
●
on on
–
–
on on
LED brandt niet
AZM 161SK-12/03...G
AZM 161CC-12/03...G
+24 VDC
21
41
11
YE
22
42
12
+
12 21 22
41 42 51 52
Legende
12: deur gesloten
64: ontgrendeld
Toestand van het
systeem
deur open
Deur gesloten,
bediensleutel ingevoerd
(niet vergrendeld)
Deur gesloten,
bediensleutel ingevoerd
en vergrendeld
●
LED brandt
5. Gebruik en onderhoud
5.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Stevige bevestiging van bediensleutel en veiligheidsvergrendeling
2. Juiste uitvoering van de wartelinvoer en de aansluitingen
3. Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar
5.2 Onderhoud
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
1. De veiligheidsvergrendeling en bediensleutel op juiste bevestiging
controleren
2. Verwijdering van stof en vuil
3. Controle van de kabelinvoer en -aansluitingen
–
–
Tijdens alle bedrijfsmatige levensfasen van de
–
–
veiligheidsschakelcomponent moeten constructief
en organisatorisch geschikte maatregelen voor de
manipulatiebeveiliging of tegen het manipuleren van de
veiligheidsvoorziening, bijvoorbeeld door het gebruik van een
vervangende bediensleutel, getroffen worden.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
6. Demontage en afvalverwijdering
6.1 Demontage
De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
6.2 Afvalverwijdering
Het veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
AZM 161../..
63
51
71
YE
64
52
72
GN
64
71 72
A1 A2
+ : +24 VDC
: 0 VDC
magneetaansturing LED
Contacten
24V
●
0V
●
●
●
–
24V
●
0V
●
●
●
on on on on –
0V
●
24V
●
●
●
on on on – on on
●
LED brandt niet
–
– on –
–
–
5