OVER LASERTHERAPIE
OVERZICHT VAN LASERTHERAPIE - GEBRUIKELIJKE TERMINOLOGIE
Applicator - De handbediende assemblage die wordt gebruikt om laserenergie af te geven. De applicator bestaat uit
de laserkop, dioden en bijbehorende elektronica.
Collimerend - De vorm van de laserstraal. Omdat deze laserstraal noch gefocust noch verstrooid is, gelijkt die op een
kolom wanneer deze van het toestel via de applicator wordt toegepast.
Continue modus - De output van de laser wordt tijdens de behandelingsduur niet onderbroken. Deze modus geeft de
meeste energie aan de weefsels en wordt gebruikt wanneer een maximaal effect noodzakelijk is. (Zie Werkcyclus.)
Dosering - Een maatstaf voor de intensiteit van de laser op het te behandelen gebied. De maateenheid is joule of
joule/cm².
Energie - gemeten in joule; energie stemt overeen met de behandelingsduur vermenigvuldigd met het
vermogen. Nog belangrijker is de energiedichtheid; deze is gelijk aan het vermogen vermenigvuldigd met de
behandelingsduur en gedeeld door de oppervlakte van de plaats (cm²). Dit geeft een specifiekere meting van de
afgegeven energie.
Frequentie - Pulserende frequenties kunnen worden gekozen uit 2,5 tot 20000 Hz.
Psychogalvanische reflex (PGR) - Bepaald door de plaatsbepaler voor acupunctuurpunten en laserapplicator (één
diode); PGR slaat op de gebieden van het menselijk lichaam die het gevoeligst zijn en die goede punten zijn voor
behandeling met laserlichttherapie om acupunctuur te simuleren.
Laseracupunctuur - Een op het toestel beschikbare functie waarmee de gebruiker PGR's (psychogalvanische reflexen)
kan bepalen op het lichaam van de patiënt en dienovereenkomstig deze gebieden behandelen.
Laserkop - Het heldere lensoppervlak van de applicator dat in aanraking komt met de huid van de patiënt. Het
bestaat uit laserdioden met of zonder LED's (afhankelijk van de applicator).
8
Intelect ® Mobile Laser