Experiment
Verbind elke uitgang van de AD-omzetter met één van de vier LED's en zet de
variabele spanning op de ingang (zie figuur op volgende pagina). Test hiermee de
werking van de AD-omzetter.
3. Het Verwerking-blok
Sommige sensoren in het invoerblok geven een signaal af tussen 0 en 5V, terwijl
anderen een binair signaal genereren dat ofwel hoog is (5V) of laag (0 V).
Voorbeelden van sensoren die continu-variërende (analoge) signalen afgeven zijn
temperatuur- en lichtsensoren. De Reed-sensor of de drukknop genereren binaire
signalen. De verwerkingsfuncties van het Systeembord (poorten, geheugen,
invertor en teller) werken alleen met binaire signalen. Daarom is een component
vereist die een analoog signaal kan omzetten naar een binair signaal.
Dit gebeurt met de comparator.
Een comparator vergelijkt de analoge spanning aan de plus-ingang met de
referentiespaning aan de min-ingang. Met een potmeter is de referentiespanning
in te stellen tussen 0 en 5 V. De uitgang van de comparator is hoog als de spanning
op de plus-ingang hoger is dan de referentiespanning.
De comparator heeft twee functies:
1. Converteren van analoge signalen naar binaire signalen
2. Bepalen bij welk spanningsniveau de sprong van laag naar hoog plaatsvindt.
De logische poorten (EN- en OF-poort en Invertor) zijn alle TTL-elementen
(Transistor-Transistor Logic). Daardoor zijn de binaire spanningsniveaus op het
Systeembord als volgt gedefinieerd:
Signaal
INGANG
LAAG
0,0 - 0,8 V
HOOG
2,0 - 5,0 V
UITGANG
0,0 - 0,4 V
2,4 - 5,0 V
Systeembord Gebruikershandleiding | 5