Inhoudsopgave
Advertenties
PROJECTORFUNCTIES (NAAISTEKEN EN LETTERS/DECORATIEVE STEKEN)
Het naaieindpunt aangeven
Opmerking
• Naai proefsteken met hetzelfde materiaal en
steekpatroon als uw project om het resultaat
te controleren. Het naaieindpunt van de
machine kan in de onderstaande gevallen
verschuiven:
- de eindpunt sticker zit los;
- de stof is niet recht genaaid;
- er is aan de stof getrokken bij het
doorvoeren;
- Er is gebruik gemaakt van moeilijk te naaien
stof, zoals zware stof, quiltstof, rekbare of
dunne stof.
a
Selecteer een steek.
b
Druk op
, controleer of [Tijdelijke stop]
op het instellingenscherm van de machine is
ingesteld op [OFF] en druk vervolgens op
.
c
Druk op
[ON]. Stel de horizontale positie van de
[Hoofd]-lijn in overeenstemming met het
geselecteerde steekpatroon in. En druk
vervolgens op
Memo
• Als u
hebt geselecteerd bij [Sub], wordt er
een raster weergegeven.
d
Druk op
.
86
om [Richtlijn] in te stellen op
.
e
Druk op
.
Memo
• Als
lichtgrijs is en niet beschikbaar, kunt u
het naaieindpunt niet aangeven in combinatie
met het geselecteerde steekpatroon.
Selecteer een ander steekpatroon.
• U kunt de functie Automatisch
verstevigingssteken naaien en de
automatische draadknipfunctie niet gebruiken
wanneer u deze functie gebruikt.
f
Druk op
om te selecteren of het
naaien moet eindigen met een volledig
genaaid steekpatroon of niet.
Druk, indien nodig, op
selectie hebt gemaakt.
De lengte van het steekpatroon wordt
aangepast, zodat het naaien bij het aangegeven
eindpunt stopt met een volledig steekpatroon.
Als deze toets lichtgrijs is en niet beschikbaar,
kunt u deze functie niet gebruiken. Het
steekpatroon kan daardoor in de lengterichting
enigszins uitgerekt worden genaaid.
Er wordt geen aanpassing op de steeklengte
toegepast. Wanneer het eindpunt is bereikt,
stopt het naaien onmiddellijk, zelfs als het
steekpatroon nog niet volledig is.
nadat u uw
Advertenties
Inhoudsopgave
