Instellen van de projectorfunctie ("PRJ-INS" menu)
(vervolg)
Het audiouitvoertype instellen
Deze functie bepaalt of het geluidsniveau dat
via de AUDIO-uitgangsaansluiting (MONITOR-
uitgangsaansluiting) wordt uitgevoerd, een
vaste of variabele en aan de VOLUME-
regelaar gekoppelde sterkte heeft.
Beschikbare
instellingen
Vast
Audio-uitvoer die niet varieert in sterkte
(Vaste
met het volumeniveau van de
audio-uitvoer)
bronprojector.
Variabel
Audio-uitvoer die in sterkte varieert
(Variabele
met het volumeniveau van de
audio-uitvoer)
bronprojector.
Info
•
Wanneer "Audio uitgang" op "Variabel" is
gezet, moet u het volume van de projector
verlagen voordat u de netspanning
uitschakelt of naar een andere ingangsbron
overschakelt.
Luidspreker-instelling
Beschikbare
instellingen
Aan
Het geluid wordt via de interne
luidspreker weergegeven.
Uit
Het geluid wordt niet via de interne
luidspreker weergegeven.
Audio-ingang
Deze functie stelt u in staat een juiste combinatie
van audio ingangsaansluitingen te kiezen voor
elke invoer modus.
Beschikbare
instellingen
Audio 1
De AUDIO 1 ingangsaansluiting wordt
gebruikt als audio ingangsaansluiting.
Audio 2
De AUDIO 2 ingangsaansluiting wordt
gebruikt als audio ingangsaansluiting.
46
Beschmrijving
Beschrijving
Beschrijving
Selecteren van de
transmissiesnelheid (RS-232C)
Zorg dat dezelfde baudrate op de projector en
de computer is ingesteld.
Beschikbare
instellingen
9600bps
De transmissiesnelheid is laag.
38400bps
115200bps
De transmissiesnelheid is hoog.
Ventilatormodus-instelling
Gebruik deze functie om de draaisnelheid van
de ventilator te veranderen.
Beschikbare
instellingen
Normaal
Geschikt voor een normale omgeving.
Hoog
Selecteer deze instelling wanneer u de
projector op een hoogte van meer dan
1.500 meter (4.900 voet) gebruikt.
Wanneer "Ventilatormodus" is ingesteld op "Hoog", zal
de draaisnelheid van de ventilator hoger zijn en is er
ook meer lawaai van de ventilator.
Systeemvergrendeling-functie
Deze functie voorkomt ongeoorloofd gebruik
van de projector. Wanneer deze functie
geactiveerd is, moet de gebruiker de juiste
toegangscode invoeren telkens wanneer de
projector wordt ingeschakeld. Wij raden u
aan de toegangscode op een veilige plaats
te noteren.
Info
•
Als u uw toegangscode verliest of vergeet, neem
dan contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële
Sharp projectordealer of servicecentrum (zie blz.
61). Zelfs wanneer het apparaat nog onder de
garantie is, zal het terugstellen van de toegangscode
in rekening worden gebracht.
a Instellen/wijzigen van de toegangscode
1
1
Selecteer "Syst. vergrend." en
druk dan op ENTER of Q.
Selecteer "Volgend" en druk dan op ENTER.
2
2
•
Het scherm voor het invoeren van de
toegangscode verschijnt.
Menubediening n Blz.
Beschrijving
Beschrijving
38