E Function-toets
Hiermee voert u de toegewezen functie uit.
F OK-toets
Hiermee selecteert u de Gebruikersmodus en voert u instellingen
in.
G Stop-toets
Stopt een scan die bezig is.
H Start-toets
Hiermee start u het scannen.
I Back-toets
Brengt u terug naar het vorige weergavescherm.
J Job-toets
Hiermee selecteert u opdrachten.
(Zie pag. 59)
(Zie pag. 74)
Voorbeelden van schermbeelden
De informatie die op het scherm wordt weergegeven, verandert
afhankelijk van de status van de scanner.
Wat hier volgt zijn representatieve voorbeelden.
Informatie die op het scherm wordt weergegeven
A Titelvak
Geeft de verbindingsmodus van de scanner aan.
Wanneer USB is aangesloten, wordt '(USB)' weergegeven na de
titel. Wanneer de scanner en de computer zijn aangesloten via een
netwerk, wordt '(LAN)' weergegeven. Bij modellen met alleen USB
worden '(USB)' en '(LAN)' echter niet weergegeven.
B Commentaarvak
Geeft beschikbare menu- en opdrachtonderdelen, foutmeldingen
enz. weer.
C Vak voor bedieningsknoppen
Hier worden pictogrammen weergegeven voor de
scanhandelingen en instellingen.
De weergegeven pictogrammen zijn als volgt.
: Instelling voor scheidingsmodus
: Instelling voor nieuw bestand
-toetsen
-toetsen
(OK) -toets
30