10. Reinig het filter onder de waterkraan.
11. Zet het filter terug in de speciaal
geleidingen door hem met de klok
mee te draaien. Zorg ervoor dat u het
filter goed vastdraait om lekkage te
voorkomen.
2
1
16.11 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
•
Het apparaat wordt niet gevuld met water.
•
Het apparaat heeft veel tijd nodig om op te vullen met water.
•
Het lampje van de toets Start/Pauze/Départ/Pause knippert en de display het
bijbehorende alarm toont. Raadpleeg het hoofdstuk "Probleemoplossing".
De watertoevoerfilters schoonmaken:
1
2
3
12. Sluit het pompdeksel.
1
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, moet u het
afvoersysteem opnieuw activeren:
a. Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de
wasmiddellade.
b. Start het programma om het
water af te voeren.
•
Draai de waterkraan dicht.
•
Verwijder de watertoevoerslang van de
kraan.
•
Reinig het filter in de toevoerslang met
een harde borstel.
NEDERLANDS
49
2