Bediening
Bij alle werkzaamheden aan de ma-
chine de bijbehorende veiligheidsin-
structies in het hoofdstuk 'Veiligheid
en ongevallenpreventie' evenals de
voorschriften inzake ongevallenpre-
ventie in acht nemen!
Aankoppelen/parkeren
GEVAAR
Personen kunnen tussen de machine en de trek-
ker geklemd raken en zo zwaargewond worden.
Laat geen personen toe tussen de trekker en
¾
de machine.
Terwijl de trekker naar de machine of ervan
weg rijdt, mag zich niemand in de gevaren-
zone bevinden!
Start bewegingen van de driepuntsophanging
¾
enkel van buiten de gevarenzone.
GEVAAR
Gevaar voor ernstige ongevallen bij het range-
ren.
Houd de omgeving in het oog.
Laat geen personen (kinderen!) toe in het
¾
bereik van de machine.
WAARSCHUWING
Ontsnappende hydraulische vloeistof kan ern-
stige verwondingen veroorzaken! Gevaar voor
letsels door ongewilde bewegingen van de
machine.
Sluit de hydraulische leidingen pas aan en
¾
verwijder deze als de hydraulica aan de zijde
van de trekker en van de machine niet meer
onder druk staat.
30
Aankoppelen
De machine moet voor alle bewegingen volgens
de voorschriften aan een trekker gekoppeld
worden.
1. De trekvoorzieningen van machine en trekker
reinigen en op slijtage controleren.
2. De machine aan de driepuntskoppeling van
de trekker hangen.
3. De hydraulische leidingen aansluiten.
4. De verlichting aansluiten.
5. De steunpoot naar boven schuiven en met
bout en splitpen borgen:
OPMERKING
Zorgen dat alle steekverbindingen (hydrau-
¾
lisch, elektrisch en pneumatisch) schoon zijn
en goed vastzitten.
Door vuile stekkers komt er vuil in de media,
die door de leidingen lopen. Hierdoor worden
de stekkers ondicht, wat in de aangesloten
modules tot storingen en uitval bij de werking
kan leiden.