Inhoudsopgave
Advertenties
Display
19
20 21 22
31
30
Nr.
Aanduiding
19
Indicatie apparaat ingeschakeld
20
Symbool diodetest
21
Symbool doorgangscontrole
22
Symbool hold-functie
23
Symbool MAX
24
Symbool vergelijkingsmodus
25
Indicatie batterijstatus
26
Eenheden voor temperatuur
27
Eenheden voor weerstand
28
Eenheden voor stroomsterkte en elektrische spanning
29
Meetwaardeweergave
30
Indicatie wisselstroom en gelijkstroom
31
Indicatie automatische meetbereikdetectie
Draaischakelaar
37
36
35
34
33
35
6
23
24
25
29
37
39
32
34
33
Nr. Aanduiding
32
Schakelaarstand uit
33
Wisselspanning
34
Gelijkspanning
26
35
Weerstand/diodetest/
doorgang
27
36
Stroomsterkte 2 A
28
37
Stroomsterkte 20 A
38
Stroomsterkte 200 A Stroomsterkte voor wisselstroom
39
Stroomsterkte 400 A Stroomsterkte voor wisselstroom
Insteltoetsen
40
Nr. Aanduiding
40
Toets MODE
41
Toets RANGE
4
42
Toets
stroomtang BE42
Betekenis
Apparaat uitschakelen
Activeert de meting van
wisselspanning.
Activeert de meting van
gelijkspanning.
Weerstand meten / diodetest /
doorgangstest
Stroomsterkte voor wisselstroom
binnen een bereik van 2 A
contactloos meten
Stroomsterkte voor wisselstroom
binnen een bereik van 20 A
contactloos meten
binnen een bereik van 200 A
contactloos meten
binnen een bereik tot 400 A
contactloos meten
42
41
Betekenis
Selecteren van de gewenste
meetmodus:
Weerstand meten / diodetest /
doorgangstest
Kiezen tussen handmatige en
automatische instelling van het
meetbereik.
Kiezen van de individuele
meetbereiken bij handmatige
instellen van het meetbereik.
Displayverlichting in-/uitschakelen.
40
41
Zaklamp in-/uitschakelen.
42
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
