f
Houd de vrijgavehendel van de papiergeleider ingedrukt en stel de geleider af op het gebruikte
papierformaat.
g
Stuur de afdrukgegevens naar de printer.
Opmerking
• Neem elk vel of elke enveloppe onmiddellijk nadat deze is afgedrukt van de uitvoerlade. Als u vellen of
enveloppen stapelt, kan het papier vastlopen of omkrullen.
• Als enveloppen tijdens het afdrukken bevlekt worden, moet u Soort papier instellen op Dik papier of
Dikker papier; dit om de fixeertemperatuur te verhogen.
• Raadpleeg De afdrukkwaliteit verbeteren op pagina 161 als de enveloppe gekreukt uit de printer komt.
• (Bij gebruik van Windows
u in het tabblad Normaal bij Papierformaat de optie DL lange zijde selecteren. Plaats een nieuwe DL-
enveloppe met dubbele flap in de MF lade, met de langste zijde eerste, en druk opnieuw af.
• Bij het plaatsen van papier in de MF lade dient u rekening te houden met het volgende:
• Plaats het papier voorzichtig en met de bovenste rand eerst in de lade.
• Zorg dat het papier recht en in de juiste stand in de MF lade ligt. Is dit niet het geval, dan kan het papier
scheef worden ingevoerd waardoor de vellen verkreukeld worden uitgevoerd of het papier kan vastlopen.
®
) Als DL-enveloppen met dubbele flap verkreukeld worden uitgeworpen, moet
Afdrukmethoden
2
20