Controleer de cartridges
1
Verwijder de inktcartridges uit de printer.
2
Controleer of sticker en tape zijn verwijderd van de cartridge.
3
Plaats de cartridges terug in de printer.
Controleer de standaardinstellingen van de printer en de instellingen voor onderbreken
1
Klik op:
•
In Windows XP (standaard menu Start): Start
•
In Windows XP (klassiek menu Start): Start
•
In Windows Vista (standaard menu Start):
geluid).
•
In Windows Vista (klassiek menu Start):
2
Dubbelklik op het afdrukwachtrijapparaat.
3
Klik op Printer.
•
Controleer of de optie Afdrukken onderbreken is uitgeschakeld.
•
Als er geen vinkje verschijnt naast Als standaardprinter instellen, moet u het afdrukwachtrijapparaat
selecteren voor elk bestand dat u wilt afdrukken.
Sluit de netvoeding opnieuw aan
1
Druk op
om de printer uit te zetten.
2
Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
3
Maak de netvoeding voorzichtig los van de printer.
4
Sluit de netvoeding weer aan op de printer.
5
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
6
Druk op
om de printer aan te zetten.
Verwijder de software en installeer de software opnieuw
Verwijder de printersoftware en installeer de software opnieuw. Zie voor meer informatie"Verwijder de software en
installeer de software opnieuw" op pagina 103.
Afdrukken vanaf de digitale PictBridge-camera is niet mogelijk
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Schakel afdrukken vanaf de PictBridge-camera in
Selecteer de juiste USB-modus op de camera om afdrukken via PictBridge in te schakelen. Raadpleeg de
documentatie bij de digitale camera voor meer informatie.
2
Printers en faxapparaten.
Instellingen
Printers en faxapparaten.
Configuratiescherm
Printers.
83
Printers (onder Hardware en