Scannen
Scannen met het bedieningspaneel
Documenten scannen
Controleer of de printer is aangesloten op een computer en de printer en de computer zijn ingeschakeld.
1
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documentinvoer (ADI).
2
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Scannen.
3
Druk herhaaldelijk op
4
Druk op Kleur of Zwart.
5
Klik in de toepassing op Bestanf
6
Geef de bestandsnaam, bestandsindeling en locatie op voor de gescande afbeelding.
7
Klik op Opslaan.
Informatie over het menu Scannen
Informatie over en gebruik van het menu Scannen:
1
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Scannen.
Het standaardvenster voor scannen wordt geopend.
2
Druk herhaaldelijk op
3
Als u geen instellingen wilt wijzigen, drukt u op Kleur of Zwart.
4
Druk op
als u een instelling wilt aanpassen.
5
Druk herhaaldelijk op
6
Druk herhaaldelijk op
klik op
.
Opmerking: Als u op
sterretje (*) wordt weergegeven.
7
Als u andere submenu's of instellingen wilt weergeven herhaalt u de volgende handeling: druk herhaaldelijk
op
of
tot het gewenste submenu-item of de gewenste instelling wordt weergegeven en klik op
8
Druk zo nodig herhaaldelijk op
9
Druk op Kleur of Zwart.
Optie
Kwal.*
Origineel*
* Tijdelijke instelling. Zie het verwante onderwerp 'Instellingen aanpassen' voor meer informatie over het opslaan
van tijdelijke en andere instellingen.
of
tot de gewenste bestemming voor de scan wordt weergegeven.
Opslaan als als u de gescande afbeelding wilt opslaan.
of
tot de gewenste scanbestemming wordt weergegeven.
of
tot het gewenste menu-item wordt weergegeven en druk op
of
tot het gewenste submenu-item of de gewenste instelling wordt weergegeven en
drukt, wordt een instelling geselecteerd. Naast de geselecteerde instelling wordt een
om terug te keren naar de vorige menu's en andere instellingen op te geven.
Handeling
De kwaliteit van een scan aanpassen.
Het formaat van het originele document opgeven.
80
.
.