Behandeldoelen
Vermijden, verminderen, verbeteren van (vervolg-)letsel vanwege
bewegingsverlies of een tekort aan beweging, bij hoofdzakelijk de
volgende indicaties:
Indicaties (ziektebeelden)
- (Spastische) verlammingsbeelden of neuromusculaire aandoeningen
met verregaand functieverlies van de been(arm)-beweeglijkheid (bijv.
door beroerte, multiple sclerose, dwarslaesie, postpoliosyndroom,
Parkinson, schedel-hersentrauma, infantiele cerebrale parese,
cerebrale parese, spina bifida)
- Orthopedische klachten zoals reuma, artrose, knie-/
heupgewrichtsprothese, toestand na kapselbandletsel
- Hart- en vaatziekten en stofwisselingsziekten (bijv. arteriosclerose,
diabetes mellitus type 2, hoge bloeddruk, PAOV, osteoporose)
- Aanvulling op de therapiemaatregelen bijv. bij dialysepatiënten,
chronische obstructieve bronchitis en patiënten met zeer gering
algemeen prestatievermogen
- Doorbloedingsstoornissen in de benen en organen
- Overige ziektebeelden die tot bewegingsbeperkingen of
bedlegerigheid leiden
Contra-indicaties
die tot uitsluiting van een proefpersoon uit de onderzochte studies
hebben geleid, zijn binnen het kader van de klinische beoordeling niet
opgetreden.
In het kader van risicoanalyse en jarenlange ervaring op het gebied van
bewegingstherapie moet bij de volgende indicaties voor aanvang van
de training eerst overleg worden gepleegd met de arts/therapeut:
INTRODUCTIE
9
1