a: Handmatige belichting
U kunt zowel de sluitertijd als het diafragma handmatig naar wens instellen. Terwijl u
naar de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker kijkt, kunt u de belichting
naar wens instellen. Deze methode heet handmatige belichting.
* <a> staat voor Manual (handmatig).
<6>
<O> + <6>
Markering standaardbelichting
Markering actuele belichtingsniveau
5
Stel de belichting in en maak de opname.
Controleer het belichtingsniveau en stel de sluitertijd en het diafragma in.
Indien de waarde voor belichtingscompensatie meer dan ±2 stops
van de standaardbelichting afwijkt, wordt bij het uiteinde van de
indicator voor het belichtingsniveau <I> of <J> in de zoeker
weergegeven. (Als het belichtingsniveau meer dan ±3 stops afwijkt,
wordt op het LCD-scherm <I> of <J> weergegeven.)
Als ISO auto is ingesteld, wordt de instelling van de ISO-snelheid aangepast
aan de sluitertijd en het diafragma om een standaardbelichting te verkrijgen.
Daardoor verkrijgt u mogelijk niet het gewenste belichtingseffect.
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <a>.
2
Stel de ISO-snelheid in
3
Stel de sluitertijd en het diafragma in.
Draai aan het instelwiel <6> om de
sluitertijd in te stellen.
Houd de knop <O> ingedrukt en
draai aan het instelwiel <6> om het
diafragma in te stellen.
4
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in.
De belichtingsinstelling wordt in de
zoeker weergegeven.
De belichtingsniveaumarkering <h> geeft aan
hoe ver het huidige belichtingsniveau van het
standaardbelichtingsniveau is verwijderd.
.
(pag. 92)
115