BEDIENINGSHANDLEIDING
CHECK PROBE
BAD PROBE (defecte sonde)
LOW WATER
LOW FLOW
CHECK FLOW SWITCH
(controleer de sonde) Dit bericht wordt weergegeven om de bediener te waarschuwen dat de
sonde moet worden gecontroleerd. Bijvoorbeeld:
1.
Als de sonde in een van de automatische modi buiten het normale bereik van 30,0 °C
- 43,5 °C (86 °F - 110,3 °F) werkzaam is, wordt dit bericht weergegeven.
2.
Als de sonde niet is aangesloten op het 1/4 inch contact voordat de knop voor een van
de automatische modi wordt ingedrukt.
3.
Als de sonde bij de patiënt is losgekomen.
4.
Als de PATIENT-temperatuur onder de 30 °C (86 °F) valt.
5.
Als de PATIENT-temperatuur hoger is dan 43,5 °C (110,3 °F).
6.
Als de sonde defect of open is.
7.
Als er een andere dan een 400 Serie-sonde op het 1/4 inch contact is aangesloten.
Als dit bericht wordt weergegeven, gaat het noodalarm af en wordt het apparaat uitgeschakeld.
De bediener kan het alarm dempen door de knop SILENCE ALARM in te drukken. Druk nadat
het alarm is gedempt en de sonde is geïnspecteerd op de knop TEMP SET om door te gaan,
anders blijft het statusscherm het bericht CHECK PROBE weergeven. U hebt 5 minuten de tijd
om de sonde te repareren. Als de toestand na die periode nog niet is verholpen, gaat het
noodalarm opnieuw af, zelfs als de knop SILENCE ALARM eerder was ingedrukt.
In MONITOR ONLY MODE wordt CHECK PROBE in de volgende gevallen weergegeven:
1.
De temperatuur raakt buiten het bereik van 10,0 °C - 50,0 °C (50 °F - 122,0 °F).
Het noodalarm gaat af en kan niet worden gedempt. Het PATIENT-scherm wordt zwart.
Wanneer de temperatuur weer binnen het bereik valt, hervat het apparaat in MONITOR ONLY
MODE.
In MANUAL CONTROL MODE resulteert een sonde die een temperatuur buiten bereik aangeeft
in een zwart PATIENT-scherm, maar blijft het apparaat zonder foutmelding doorwerken.
Wanneer de temperatuur weer binnen het bereik valt, gaat het PATIENT-scherm ook weer aan.
Als de patiëntsonde in een van de drie automatische modi aangeeft dat er een directe
kortsluiting in het sondecircuit is, wordt dit bericht weergegeven. Als dit bericht wordt
weergegeven, gaat het noodalarm af en wordt het apparaat uitgeschakeld. U kunt dit alarm
dempen door de knop SILENCE ALARM in te drukken. U hebt vervolgens 5 minuten de tijd om
de sonde te repareren. Als de toestand na die periode nog niet is verholpen, gaat het noodalarm
opnieuw af, zelfs als de knop SILENCE ALARM eerder was ingedrukt. Tijdens deze toestand
gaan beide displays met zeven segmenten uit.
Als in MANUAL CONTROL MODE zich een defecte patiëntensonde voordoet, blijft het
verwarmings/koelsysteem aan maar gaat het PATIENT-scherm met zeven segmenten uit.
Als tijdens MONITOR ONLY Mode een patiëntsonde defect raakt, wordt het bericht BAD
PROBE weergegeven, gaat het akoestische alarm af en blijft het PATIENT-scherm voor de
temperatuur leeg. U kunt het akoestische alarm dempen door de knop SILENCE ALARM in te
drukken. U hebt vervolgens 5 minuten de tijd om de sonde te repareren. Als de toestand na die
periode nog niet is verholpen, gaat het noodalarm opnieuw af, zelfs als de knop SILENCE
ALARM eerder was ingedrukt. Als er een binnen het bereik werkende sonde wordt aangesloten,
verdwijnt het bericht en kan het apparaat weer normaal worden gebruikt in MONITOR ONLY
Mode.
(Dit bericht wordt weergegeven wanneer de vlotterschakelaar aangeeft dat het waterniveau in
het reservoir tot onder de vooraf ingestelde waarde is gedaald, of als de vlotterschakelaar defect
is. Het noodalarm gaat af, het zevensegmentendisplay gaat uit, de LOW WATER-led knippert
en de verwarming, compressor en pomp worden uitgeschakeld. Op het lcd-scherm wordt 5
seconden lang een scrollend bericht LOW WATER weergegeven, gevolgd door 5 seconden
REPLENISH RESERVOIR, gevolgd door 5 seconden PRESS ∆ TO CONTINUE (druk op ∆ om
verder te gaan). U kunt het alarm dempen door de knop SILENCE ALARM in te drukken. Druk
vervolgens op de omhoog-knop om de scrollende berichten LOW WATER en PRESS ∆ TO
CONTINUE te wissen. Zodra de LOW WATER-toestand is verholpen, verandert het bericht op
het statusscherm in CHECK SETPT. Het noodalarm gaat nog steeds af. Om verder te gaan
loopt u nogmaals door de reeks bedieningsmodi. Nadat het alarm is gedempt, hebt u 5 minuten
de tijd om het water bij te vullen. Als de toestand na die periode nog niet is verholpen, gaat het
noodalarm opnieuw af, zelfs als de knop SILENCE ALARM eerder was ingedrukt.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer het water uit het apparaat naar de deken langzamer
stroomt dan 6 ± 3 GPH, nadat eerder een acceptabele watersnelheid is gedetecteerd. Samen
met dit bericht gaat ook het alarm af. U kunt het alarm dempen door de knop SILENCE ALARM
in te drukken. U hebt 5 minuten de tijd om het probleem te corrigeren. Als de toestand na die
periode nog niet is verholpen, gaat het noodalarm opnieuw af, zelfs als de knop SILENCE
ALARM eerder was ingedrukt. U kunt het probleem ook verhelpen door de watersnelheid te
verhogen tot meer dan 6 ± 3 GPH.
Dit bericht wordt weergegeven nadat de indicators getest zijn als de flowschakelaar is gesloten
Pagina 34 van 41
BLANKETROL III, Model 233