Oven in- en uitschakelen
0
1. Voor het gebruik eventueel schakelaar "ovenfuncties" en "temperatuur-
keuze" indrukken. De schakelaars komen naar buiten.
2. Door draaien aan schakelaar "ovenfuncties" de gewenste functie instel-
len. De functie-indicatie geeft het symbool van de gekozen functie aan.
3. Door draaien aan schakelaar "temperatuurkeuze" de gewenste tempe-
ratuur instellen. De temperatuurindicatie geeft de gekozen tempera-
tuur aan.
Het bedrijfscontrolelampje brandt zolang de oven in gebruik is.
Het temperatuurcontrolelampje brandt zolang de oven opwarmt. Zodra
de ingestelde temperatuur is bereikt, gaat het temperatuurcontrole-
lampje uit.
4. Om de oven uit te schakelen schakelaar "ovenfuncties" en schakelaar
"temperatuurkeuze" op de nul-stand draaien.
5. Schakelaars laten verzinken door ze in te drukken.
18