2.16
Veiligheidsinstructies voor de gebruiker
2.16.1
Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van
ongevallen
Aan- en afkoppelen van de machine
EK EK-S BAG0022.4 07.22
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen
trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en
gebruiksveiligheid!
De machine en tractor voor gebruik altijd controleren op verkeers- en
gebruiksveiligheid!
Neem behalve deze instructies ook de algemeen geldende
•
nationale veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming
van ongevallen in acht!
De op de machine aangebrachte waarschuwingsstickers en
•
andere aanduidingen geven belangrijke instructies om veilig met
de machine te kunnen werken. Het opvolgen van deze
instructies is voor uw eigen veiligheid!
•
Controleer de omgeving (kinderen) voordat u gaat rijden en de
machine in werking stelt! Zorg dat u voldoende zicht heeft!
Het meerijden of transport op de machine is verboden!
•
Houd een rijstijl aan waarbij u de tractor met aan- of afgekoppelde
•
machine op elk moment onder controle heeft.
Houd daarbij rekening met uw persoonlijke capaciteiten, de
omstandigheden op de weg, van het verkeer, uw zicht, het weer
en de rij-eigenschappen van de tractor en de invloed van de
aangebouwde of aangekoppelde machine.
•
U mag de machine alleen met een tractor transporteren, indien
het vermogen van de tractor is afgestemd op de machine.!
Bij het aankoppelen van de machine aan de tractor moet de
•
categorie van de driepuntshydrauliek en de aankoppelpunten
met de machine overeen stemmen.
Door het aankoppelen van de machine aan de hefinrichting voor
•
of achter moet rekening worden gehouden met
○
het toelaatbare totale gewicht van de tractor
○
het maximale draagvermogen van de assen van de tractor
○
het toegestane draagvermogen van de gemonteerde
banden
Zorg ervoor, dat de tractor niet kan wegrollen, wanneer de
•
machine wordt aangekoppeld.
•
Het is verboden tussen de tractor en machine te gaan staan,
wanneer de tractor achteruit rijdt om de machine aan te
koppelen.
Aanwezige personen mogen tijdens het manoeuvreren alleen
aanwijzingen geven naast de machine, pas wanneer de machine
stil staat mogen zij zich tussen tractor en werktuig begeven.
Voor dat U de machine aan de driepuntshefinrichting aankoppelt
•
of los maakt moet het bedieningshendel van de hefinrichting
21