3. Omschrijving van het apparaat /
Weergaven op de display
WHO
10
9
8
7
6
5
1. Systolische druk
2. Diastolische druk
3. Pols
4. Symbool pols
5. Batterijenvak
6. Start/stoptoets
7. Symbool batterijwisselweergave
8. Pijl lucht laten lopen
9. Hartritmestoornisherkenning
10. WHO-indicator
1
SYS
mmHg
2
DIA
mmHg
PUL
/min
3
4
4. Meting voorbereiden
Batterij plaatsen
• Verwijder het deksel van het batterij-
compartiment aan de linker onderkant
van het apparaat.
• Plaats twee 1,5 V microbatterijen (alka-
line type LR03).
Let goed op dat de batterijen zoals
aangeduid in het deksel van het bat-
terijvak met correcte polariteit geplaatst
worden. Er mogen geen herlaadbare
batterijen worden gebruikt.
• Sluit het deksel van het batterijvak weer zorgvuldig.
Als het batterijvervangsymbool
is meten niet meer mogelijk en moeten alle batterijen wor-
den vervangen.
Breng de lege batterijen naar een inzamelpunt voor lege
batterijen en accu's (klein en gevaarlijk afval), of geef ze af in
een elektro-zaak. U bent wettelijk verplicht, de batterijen op
te ruimen.
Opmerking: Deze tekens vindt u op batterijen,
die schadelijke stoffen bevatten:
Pb = de batterij bevat lood, Cd = de batterij
bevat cadmium, Hg = de batterij bevat kwik.
4
permanent zichtbaar is,