Inhoudsopgave
Advertenties
NL
3.2. Montagestappen
De inbouw van de sensor gaat via een kogelkraan ½, DN 15, doorlaat min. Ø 15 mm.
De montage gaat via het plaatsen van de doorlaatschroefverbinding met O-Ring (G½ schroefdraad, SW 32) in de
verbindingsstukken. Controleer of de installatie drukdicht is.
Vervolgens moet de sensorkop in het midden van de buis en conform de stroomrichting uitgericht worden. In dit geval bieden de
in de sensorbuis gegraveerde diepteschaalverdeling, stroomrichtingpijlen en uitlijnhulp assistentie. Na de uitlijning van de sensor
wordt de spanhuls met een koppel van 20-30 Nm aangedraaid (SW 27).
Bij het drukdicht vastdraaien van de spanhuls en de doorlaatschroefverbinding dat de uitrichting van de sensor niet meer kan
worden bewogen. Als dat toch gebeurt, dan de insteekdiepte en de uitrichting nogmaals controleren en eventueel corrigeren.
De hoekafwijking mag niet groter zijn dan ± 2° t.o.v. de ideale positie. Anders moet rekening worden gehouden met inboeten op
de meetnauwkeurigheid.
Vanaf een bedrijfsoverdruk van >10 bar moet de hogedrukbeveiliging (art.-nr. 4025892) worden ingezet.
Dit maakt de montage onder druk en de veilige fixering van de sensor aan het meetpunt mogelijk.
AANWIJZING
Verdere informatie
Meer informatie over de montage van de hogedrukbeveiliging kunt u afleiden uit de bijgevoegde
installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing.
METPOINT
SF53
®
Inbouwdiepte = x + y
dA = buitendiameter
x = dA
2
y
x
dA
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
Ingegraveerde diepteschaal
voor precieze inbouw
180
170
160
Borgring
19
Advertenties
Inhoudsopgave
