2.2.2.1
Vloeistofniveausensoren (Liquid Level Sensors, LLS)
Elke retort heeft drie vloeistofniveausensoren om vulniveaus te controleren. De twee onderste
sensoren controleren de niveaus voor twee en drie manden. De bovenste sensor wordt geactiveerd
als meer dan het maximale volume vloeistof (5,3 liter) de retort binnengaat. Dit is een
veiligheidsfunctie.
De sensoren kunnen zo nu en dan beïnvloed worden door een opbouw van condensatie of afgezet
materiaal. Als dit gebeurt, zal de software aangeven welke sensor dient te worden afgeveegd. Zorg er
altijd voor dat bij het regelmatig reinigen van de retorten ook de sensoren worden gereinigd (zie
7.3.6.2 - Reinig retorten en
2.2.3
Magnetische roerder
Elke retort beschikt over een magnetische roerder die het reagens of de wax doorroert om voor een
consistente temperatuur en goede weefselpenetratie te zorgen. De roerder wordt aangedreven door
een magnetisch gekoppelde externe motor. De roerdersnelheid kan voor elke programmastap
geregeld worden, en de roerder kan eenvoudig worden verwijderd om te reinigen (zie
retorten en
vloeistofniveausensoren).
HistoCore PELORIS 3 Gebruikershandleiding Rev. A08 © Leica Biosystems Melbourne Pty Ltd 2022
Afbeelding 2-6: Vloeistofniveausensoren
vloeistofniveausensoren).
Afbeelding 2-7: Magnetische roerder (1)
Legenda
1 Detecteren van overlopen
2 Het vulniveau voor drie manden
3 Het vulniveau voor twee manden
2. Hardware
7.3.6.2 - Reinig
52