Veiligheid tijdens transport en
installatie
Voordat een machine wordt opgehesen, moeten alle losse
of draaiende delen, zoals bijv. deuren en trekstang, veilig
vastgezet worden.
Bevestig nooit kabels, kettingen of touwen direct aan het
hijsoog;
gebruik
een
hijshaak
beantwoordt
aan
de
veiligheidsvoorschriften. Zorg ervoor, dat er, tijdens het
hijsen geen scherpe hoeken zitten in hijskabels,
kettingen of touwen.
Het hijsen met behulp van een helikopter is niet
toegestaan.
Het is ten strengste verboden zich op te houden in de
gevarenzone onder een gehesen last. Hijs de machine
nooit over personen of woonwijken. Het versnellen of
vertragen van de hijsbewegingen moet binnen veilige
grenzen blijven.
1
Alvorens de machine te slepen:
- controleer de trekstang, het remsysteem en het
sleepoog. Controleer eveneens de koppeling van
het sleepvoertuig,
- controleer of de trek- en remcapaciteit van het
sleepvoertuig voldoende is,
- controleer of de trekstang stevig bevestigd is en
het steunwiel of de steunpoot geborgd is in de
bovenste positie,
- zorg ervoor, dat het sleepoog vrij aan de haak kan
draaien,
- controleer of de wielen stevig vastzitten, de
banden in goede staat zijn en de juiste luchtdruk
hebben,
- sluit de verlichtingskabel en de pneumatische
remkoppelingen aan en kijk alle lichten na,
- maak de veiligheidskabel of -ketting vast aan het
sleepvoertuig,
- verwijder de wielblokken, indien aanwezig, en
zet de parkeerrem los.
2
Gebruik altijd een sleepvoertuig met voldoende
trek- en remcapaciteit. Raadpleeg de handleiding
van het sleepvoertuig.
3
Indien de machine door het sleepvoertuig achteruit
moet
of
-beugel,
die
oploopremmechanisme worden losgezet (tenzij het
plaatselijke
om een automatisch mechanisme gaat).
4
Overschrijd
sleepsnelheid van de machine (houd rekening met
de plaatselijke voorschriften).
5
Plaats de machine op een horizontale ondergrond en
trek de parkeerrem op alvorens de machine van het
sleepvoertuig
veiligheidskabel of -ketting los. Wanneer de
machine niet is uitgerust met een parkeerrem of
steunwiel, plaats dan wielblokken voor en/of achter
de wielen. Wanneer de trekstang vertikaal geplaatst
kan worden, dan dient u de borging goed aan te
brengen en in een goede staat te houden.
6
Gebruik, voor het hijsen van zware delen, een
goedgekeurd hijstoestel met voldoende capaciteit,
dat
veiligheidsvoorschriften.
7
Hijshaken, ogen, aanslagmaterialen, enz. mogen
nooit gebogen zijn en mogen alleen krachten
opnemen, in lijn met de berekende belastingsas. De
hijscapaciteit van een hijstoestel wordt sterk
verminderd, wanneer de richting van de krachten
onder een hoek staat met de belastingsas.
8
Voor maximale veiligheid en efficiëntie van het
hijstoestel, dienen alle hijskabels zo verticaal
mogelijk
noodzakelijk,
aangebracht tussen het hijstoestel en de last.
worden
gereden,
dan
moet
nooit
de
maximaal
toegestane
los
te
koppelen.
Maak
voldoet
aan
de
plaatselijke
te
worden
aangebracht.
kan
er
een
hijsbalk
- 8 -
9
Laat een last nooit aan een hijstoestel hangen.
10 Breng het hijstoestel zodanig aan, dat de last
verticaal wordt gehesen. Wanneer dat niet mogelijk
is, dan dient u ervoor te zorgen dat de last niet op en
neer kan zwaaien. Gebruik dan bijv. twee
hijstoestellen, die elk onder een hoek niet groter dan
30° met een verticale lijn aangrijpen.
het
11 Zet de machine niet te dicht bij muren. Zorg ervoor,
dat de warme lucht, die afkomstig is van de motor
en de koelsystemen van de aangedreven machine
niet wordt gerecirculeerd. Het weer terugvoeren van
warme lucht naar de motor of de aangedreven
machine kan leiden tot oververhitting van de
machine; wanneer deze lucht wordt aangezogen
voor verbranding, dan zal dit leiden tot een afname
de
van het motorvermogen.
12 Generatoren moeten worden opgesteld op een
vlakke
ondergrond
vermogen, op een schone plaats, met voldoende
ventilatie. Raadpleeg Atlas Copco, wanneer de
ondergrond niet vlak is, of een afwijkende
hellingshoek heeft.
13 De elektrische aansluitingen moeten voldoen aan de
plaatselijke normen. De machine moet worden
geaard en beschermd tegen kortsluiting door middel
van zekeringen of stroomonderbrekers.
14 Sluit de generator nooit aan op een installatie, die
tevens is aangesloten aan het publieke net.
15 Voordat u de belasting aansluit, schakelt u de
betreffende stroomonderbreker uit en controleert u,
of frequentie, spanning, stroom en arbeidsfactor
overeenkomen met de gegevens van de generator.
Indien
worden
met
voldoende
dragend