Gebruik
Rem controleren
LET OP
Voer deze controle uit op een vlakke ondergrond.
– Kantel de dissel tijdens het rijden in de
zones (1) en (3) om de remwerking te
controleren.
In deze twee zones wordt de machine afge-
remd en wordt de aandrijfeenheid niet meer
van stroom voorzien. Als de dissel in rijpositie
(2) wordt losgelaten, gaat de dissel naar zone
(3) en wordt de rijaandrijving uitgeschakeld.
Noodstopfunctie controleren
– Trek de noodstophendel (4) omhoog.
– De voeding van de machine wordt onder-
broken.
– De elektrische bedieningselementen en
motoren worden niet meer van stroom
voorzien.
– De elektromagnetische rem wordt inge-
schakeld.
– Zet de noodstophendel (4) weer terug om
de circuits opnieuw te bekrachtigen.
1152 801 15 20 [NL]
4
Ingebruikname
47