FDU
R:SlavePump3
MASTER
R:SlavePump2
R:SlavePump1
DI:Pump1Feedb
feedback
DI:Pump2Feedb
ingangen
inputs
DI:Pump3Feedb
(NG_50-PC-6_1)
Fig. 41 Feedback 'Status'-ingang
7.6.5 Storingsveilige werking (Fail-
safe)
Sommige pompsystemen moeten altijd een minimaal door-
stromings- of drukniveau hebben, zelfs als de FO getript of
beschadigd is. 1 of 2 (of wellicht alle) extra pompen moeten
dus blijven draaien nadat de regelaar is uitgeschakeld of
getript. Dit type "veilige" pompwerking kan worden gereali-
R:SlavePump6
R:SlavePump5
FDU
R:SlavePump4
MASTER
R:SlavePump3
R:SlavePump2
R:SlavePump1
(50-PC-7_1)
Fig. 42 Voorbeeld van "storingsveilige" werking
38
Hoofdfuncties
andere
other
aandrijving
drive
PM
P1
PM
P1
P2
P3
andere
other
andere
aandrijving
other
drive
aandrijving
drive
P2
P3
seerd door één van de NC-contacten van de pompregelrelais
te gebruiken. Deze kunnen voor iedere afzonderlijke pomp
worden geprogrammeerd. In dit voorbeeld draaien pompen
P5 en P6 op maximaal vermogen door als de regelaar uitvalt
of wordt uitgeschakeld.
P4
P5
P6
Zie menu:
[529] t/m [52H] Digitale ingangen
[554] t/m [55C] Relais
Zie menu:
[554] t/m [55C] Relais
[55D4] t/m [55DC] Mode
Emotron AB 01-3694-03r1a