Klikdruk. De druk die u op de punt van de pen moet uitoefenen om te klikken.
Knijpen. Een beweging die u gebruikt bij het
iets uit elkaar geplaatst. Blijf het oppervlak aanraken en beweeg ("knijp") uw vingers naar elkaar toe.
Modificatietoets. De modificatietoetsen zijn S
en O
op de Macintosh. U kunt uw Bamboo-tablet of -penknoppen aanpassen om een
PTION
modificatietoets te simuleren.
Muismodus. Een manier om de schermcursor te positioneren. Wanneer u de pen op uw Bamboo-tablet
plaatst, kunt u de schermcursor verplaatsen door een "vastnemen en verschuiven"-beweging, net zoals
bij een traditionele muis. Dit is de zogenaamde relatieve positionering. Zie ook penmodus.
Muissnelheid. Een instelling om de snelheid aan te passen waarmee de schermcursor wordt verplaatst
wanneer uw pen zich in de muismodus bevindt.
Muisversnelling. Een instelling waarmee u de versnelling van de schermcursor kunt aanpassen wanneer
de pen is ingesteld op muismodus.
Nabijheid. De verticale afstand vanaf het
waargenomen. Zie ook positioneren.
Pannen. Een beweging die u gebruikt bij het
met uw vingers aan en beweeg ze in dezelfde richting.
Peninvoer. Een methode om uw computer te bedienen met de pen op uw Bamboo-tablet.
Penmodus. Een methode voor peninvoer om de schermcursor te positioneren. Wanneer u de pen op uw
Bamboo-tablet plaatst, springt de schermcursor naar het overeenkomstige punt op het scherm. Dit wordt
aangeduid als absolute positionering en het is de standaardinstelling voor de pen. In de
bovendien de positie van de schermcursor snel wijzigen zonder dat u de cursor eerst hoeft te zoeken en
dan te verplaatsen over het bureaublad. Zie ook muismodus.
Penpunt. De vervangbare penpunt.
Pixel. De kleinste maateenheid op uw beeldscherm.
Pop-upmenu. Een door de gebruiker gedefinieerd menu met een lijst toetsaanslagfuncties en andere
handelingen die u kunt uitvoeren. U kunt de knoppen van uw pen aanpassen om dit menu weer te geven.
Beschikbaar voor tabletmodellen die zijn geconfigureerd voor pen- en aanraakinvoer.
Schermcursor. De aanwijspijl op het weergavescherm. Schermcursors kunnen verschillende vormen
aannemen (bijvoorbeeld die van een I-cursor, pijl, vierkant), al naargelang de gebruikte toepassing.
Spreiden. Een beweging die u gebruikt bij het
vingers dicht bij elkaar. Blijf het oppervlak aanraken en beweeg uw vingers uit elkaar.
Inhoud
Index
navigeren met
HIFT
actieve gebied
navigeren met
navigeren met
Inhoud
Index
aanraking. Raak uw tablet aan met twee vingers
, A
en C
onder Windows, en S
LT
TRL
van de tablet waarbinnen de pen wordt
aanraking. Raak het oppervlak van uw tablet
aanraking. Raak uw tablet aan met twee
89
, C
, C
HIFT
TRL
OMMAND
kunt u
PENMODUS
89