Grensbesturing: Met grensbesturing kan er een geleidingslijn
l
worden gegenereerd vanaf de veldgrens. Zie
gebruiken, pag.
Zaailijnen: Horizon-software kan zaailijnen visualiseren. Zaailijnen
l
vormen een indicatie van lijnen waarlangs de wielen rijden en waar
niet mag worden gezaaid. Zaailijnen zijn alleen een visuele indicatie,
ze zijn niet van invloed op de werking van het werktuig. Zie
instellen, pag.
ISOBUS zaailijnregeling: Zaailijnregeling laat ingestelde paden vrij
l
van zaden, zodat de tractor er kan rijden tijdens het spuiten of
bemesten. Als deze optie is ingeschakeld, kan de zaailijnregeling
worden geconfigureerd via de UT-interface voor een aangesloten
ISOBUS-ECU waarop deze zaailijnregeling beschikbaar is.
Draaien op de keerstrook: Biedt de mogelijkheid om bij draaien op
l
de keerstrook automatisch te sturen. Zie
configureren, pag.
5.2.4. Instellingen werktuig
Hiermee stelt u de functionaliteit voor het aangekoppelde werktuig in.
1. Selecteer Systeem
208.
219.
222.
/ Functies
Hoofdstuk 5 – Instelling van het systeem
Grensbesturing
Draaien op de keerstrook
/ Werktuig
Zaailijnen
.
53