ECP200 EXPERT
Stel parameter d1 =1 om te ontdooien in omkeercyclus mode.
Het compressor relais en ontdooirelais zijn geactiveerd tijdens de ontdooifase.
Om een deugdelijke regeling van het systeem te verzekeren moet de installateur de
ontdooiuitgang gebruiken: dit moet openen van het cyclus omkeer magneetventiel
toestaan en het sluiten van het vloeistof magneetventiel.
Voor capillair systemen (zonder thermosstatisch expansieventiel) is het alleen
noodzakelijk om het cyclus omkeer magneetventiel te regelen via het ontdooirelais.
De Pump down functie is actief als parameter AU=4 (alleen bij uitvoeringen met
AUX/Alarm relais).
Sluit de pump down pressostaat aan op de digitale ingang INP-1. The compressor wordt
dan direct geregeld door de pressostaat.
Sluit het verdamper magneetventiel aan op het AUX relais. Het magneetventiel wordt nu
direct geregeld door de thermostaat.
Als parameter PA is ingesteld met een waarde anders dan 0 is deze beveiliging
geactiveerd.
Zie parameter P1 voor de verschillende beveiligingen.
Als PA de beveiliging instelt start deze na twee minuten van inactiviteit. Op het display
verschijnt 000. Met de up/down toets kan het nummer gemodificeerd worden, bevestig met
de set toets.
Het universele nummer als u het ingestelde wachtwoord niet meer weet is 100.
Blz
. 20
HEETGAS ONTDOOIING
PUMPDOWN FUNCTIE
WACHTWOORD FUNCTIE
B
EDIENINGSVOORSCHRIFT
Hfst. 5 – Parameter programmering
Rev. 01-08
5.14
5.15
5.16