4 Bediening
Voorgeprog 2
Ma - Vr
07:00 09:00
Za - Zo
08:00
Voorgeprog 3
Ma - Zo
08:00
INFORMATIE
De voorgeprogrammeerde programma's gelden voor zowel
de verwarming als de koeling.
4.7.6
Voorgeprogrammeerde programma's:
Warmtapwatertanktemperatuur
a
:
Start
de
productie
Gewenste warmtapwatertanktemperatuur = Voorgeprogrammeerde
waarde (Opslag comfort)
b
:
Start
de
productie
Gewenste warmtapwatertanktemperatuur = Voorgeprogrammeerde
waarde (Opslag eco)
Voorgeprog 1
a
Ma - Zo
b
Voorgeprog 2
a
Ma - Zo
b
Voorgeprog 3
a
Ma - Vr
b
a
Za - Zo
b
4.8
Weersafhankelijke werking
In
de
regeling
volgens
ruimteverwarming/-koeling
instelpuntstand van de aanvoerwatertemperatuur het volgende zijn:
▪ Vast
▪ Weersafhankelijk
(de
automatisch bepaald op basis van de buitentemperatuur)
Om de instelpuntstand te selecteren, raadpleeg de uitgebreide
handleiding voor de installateur.
Om de parameters van de weersafhankelijke curve in te stellen, zie
hierna.
4.8.1
De weersafhankelijke instellingen
instellen
Voorwaarde:
U
hebt
het
eindgebruiker gezet.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
20
12:00
14:00
17:00
23:00
23:00
23:00
van
warm
tapwater.
van
warm
tapwater.
:00
:00
:00
:00
:00
:00
kan
aanvoerwatertemperatuur
wordt
toegangsniveau
op
Gevorderde
1 Ga
naar
[7.7]:
weersafhankelijk in.
2 Voor de primaire aanvoerwatertemperatuurzone [7.7.1], wijzig
met
,
,
,
3 Indien
van
aanvoerwatertemperatuurzone [7.7.2], wijzig met
, en bevestig met
Weersafhank verwarm instellen/Weersafhank koelen instellen
T t
c
d
a
T
Streefaanvoerwatertemperatuur
t
T
Buitentemperatuur
a
a
Lage buitenomgevingstemperatuur
b
Hoge buitenomgevingstemperatuur
c
Gewenste aanvoerwatertemperatuur als de
buitentemperatuur gelijk is aan de lage
omgevingstemperatuur of lager dan deze temperatuur. Let
op: in verwarming moet deze waarde hoger zijn dan (d),
omdat bij lage buitentemperaturen warmer water nodig is.
In koeling moet deze waarde hoger zijn dan (d), omdat bij
lage buitentemperaturen minder koud water voldoende is
d
Gewenste aanvoerwatertemperatuur als de
buitentemperatuur gelijk is aan de lage
omgevingstemperatuur of erover komt. Let op: in
verwarming moet deze waarde lager zijn dan (c), omdat bij
hoge buitentemperaturen minder warm water nodig is. In
koeling moet deze waarde lager zijn dan (c), omdat bij
hoge buitentemperaturen kouder water nodig is.
de
EBLQ+EDLQ011~016CA(3)V3+W1 + EK(2)CB07CAV3 +
>
Gebruikerinstellingen
, en bevestig met
.
toepassing,
voor
de
.
b
T a
EKMBUHCA3V3+9W1
Daikin Altherma lage temperatuur monobloc
4P522035-1A – 2018.05
>
Stel
primaire
,
,
,