16. Herkenning van obstakels
De aandrijving is uitgerust met een zeer gevoelige obstakelherkenning bij neergaande bewe-
ging en een herkenning van blokkeringen bij beweging omhoog. Het benodigde draaimoment
wordt op elk moment automatisch bijgeregeld. Hierdoor worden langzaam optredende
veranderingen in de installatie door veroudering, vervuiling, kou of warmte automatisch gecom-
penseerd. Wanneer een aansturing voor een beweging door een obstakel wordt geblokkeerd,
loopt de motor iets terug en wordt vervolgens uitgeschakeld. De motor probeert maximaal drie
maal de eindpositie te bereiken. Wanneer er dan nog steeds een obstakel wordt vastgesteld,
beweegt de aandrijving terug naar de voorgaande eindpositie.
I
Omdat de motor een gevoelige herkenning voor obstakels heeft,
moet de correcte dimensionering van het motordraaimoment voor
de betreffende installatiemaat in acht worden genomen!
De correcte werking van een Zip-installatie moet in verband met onbekende grootheden zoals
aangehangen gewicht, wrijving en verschillen in type en omvang van de installatie worden
gecontroleerd!
17. Correctie van eindposities
Een controle van de eindpositie en eventueel een correctie ervan gebeurt na 1, 5, 20 en dan
alle 50 cycli.
Indien zich er door temperatuurveranderingen een verlenging van het pantser heeft voorgedaan
wordt dit bij de volgende correctie van eindposities gecorrigeerd.
Indien, bv. vanwege temperatuurveranderingen, een veranderd oprolgedrag optreedt en het
pantser tegen de aanslag loopt, vindt een correctie van de eindposities plaats. Bovendien wordt
de teller voor de correctie van de eindpositie herstart.
18. Vervangen van het pantser / Buisaandrijving voor
reparatiewerkzaamheden
Hiervoor moet de leermodus voor de eindposities worden ingeschakeld (zie hoofdstuk 10).
Vervolgens wordt de onderste eindpositie op draaimoment ingeleerd (zie hoofdstuk 11). Let
hierbij op het volgende:
het afwikkelen van het pantser naar de onderste eindpositie is alleen mogelijk wanneer de
NEER-toets bij het inleren van de onderste eindpositie op draaimoment ingedrukt wordt
gehouden totdat het inleren volledig is bevestigd (2x klik).
Daarna kan exact één bewegingsinstructie in de richting NEER worden gegeven. Met een
constante druk op de toets, het pantser zover als nodig omlaag bewegen en vervolgens de
bewegingsinstructie stoppen. Koppel de aandrijving los van het lichtnet. Nu kunnen de werk-
zaamheden aan de installatie worden uitgevoerd.
Vervolgens moet de aandrijving weer op het lichtnet worden aangesloten en moeten de eindpo-
sities opnieuw worden ingeleerd (zie hoofdstukken 10 en 11).
NL
16
NL
Gerhard Geiger GmbH & Co. KG | 100W2534
nl
V000
0223