Geheugenkaart verwisselen - overspeelstand
Verwijder nooit de kaart als het toegangslampje rood brandt – de
informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen
Windows
®
XP, 2000 Professional en Me
1. Stop de USB-verbinding met de ontkoppelingsprocedure (blz. 108).
2. Zet de camera uit.
3. Verwissel de geheugenkaart.
4. Zet de camera aan om de USB verbinding tot stand te brengen.
Windows
®
98 en 98 Second Edition
1. Zet de camera uit.
2. Verwissel de geheugenkaart.
3. Zet de camera aan om de USB-verbinding tot stand te brengen.
Macintosh
1. Stop de USB-verbinding door het symbool van de drive naar de prullenbak te slepen (blz. 109).
2. Zet de camera uit.
3. Verwissel de geheugenkaart.
4. Zet de camera aan om de USB-verbinding tot stand te brengen.
PictBridge compatible printer gebruiken
Door de camera op een PictBridge compatible printer aan te sluiten kunt u uw foto's rechtstreeks prin-
ten. Wilt u foto's printen met een PictBridge compatible printer, dan dient u de optie Transfer mode in
sectie 3 van het Setup-menu in te stellen op "PictBridge" (blz. 98).
Controleer voorafgaand aan elke printactie de printer-instelling (zie daarvoor de gebruiksaanwijzing
van de printer). Gebruik een batterij wanneer de camera op een printer wordt aangesloten, of liever
nog de netstroom-adapterset (apart leverbaar).
110
OVERSPEELSTAND