e
Houd het vel papier met beide handen vast en plaats het zo in de handinvoer, dat de voorste rand van
het papier de papierdoorvoerrol raakt. Laat het vel los als u voelt dat de machine het papier invoert.
Opmerking
• Steek het vel met de te bedrukken zijde (de blanco zijde) naar boven in de sleuf voor handinvoer.
• Zorg dat het papier of de enveloppe recht en in de juiste stand in sleuf voor handinvoer zit. Is dit niet het
geval, dan kan het papier of de enveloppe scheef worden ingevoerd en verkreukeld worden uitgevoerd of
vastlopen.
• Plaats nooit meer dan een vel of enveloppe tegelijk in de sleuf voor handinvoer, omdat het papier dan kan
vastlopen.
• Als u papier (of enveloppen enz.) in de handinvoer plaatst wanneer de printer nog niet klaar is om af te
drukken, kan het papier worden uitgeworpen zonder dat er iets op gedrukt is.
f
Nadat de printer de afgedrukte pagina of enveloppe heeft uitgeworpen, plaatst u de volgende op
dezelfde wijze als in stap 5 hierboven beschreven wordt. Herhaal dit voor elke pagina die u wilt
afdrukken.
Opmerking
• Door de producent geplakte delen van enveloppen moeten goed zijn vastgeplakt.
• Alle zijden moeten netjes zijn gevouwen en mogen niet gekreukt zijn.
• Neem elk vel of elke enveloppe onmiddellijk nadat deze is afgedrukt van de uitvoerlade. Als u vellen of
enveloppen stapelt, kan het papier vastlopen of omkrullen.
Afdrukmethoden
2
15