Weerstation Universeel
4.2 Inbedrijfname
Apparaat in bedrijf nemen
Afbeelding 10: Positie van programmeer-LED en bladveercontact
■
Busspanning inschakelen.
■
Voedingsspanning inschakelen.
■
Meegeleverde programmeermagneet tegen het geïntegreerde reedcontact (12) houden.
De programmeer-LED (13) geeft de programmeertoestand in het blauw aan.
■
Fysiek adres toekennen en toepassingssoftware in het apparaat laden.
■
Fysiek adres op stickers op de onderkant noteren.
Het apparaat is bedrijfsklaar.
5
Technische gegevens
Voeding
Nominale spanning
Nominale spanning
Stroomverbruik
Omgevingscondities
Omgevingstemperatuur
Opslag-/ transporttemperatuur
Beschermingsgraad
Beschermingsklasse
Montagehoogte
Aansluitkabel
Kabeltype
Kabellengte
Totale lengte per lijn
Aantal weerstations
KNX
KNX medium
Inbedrijfnamemodus
Nominale spanning KNX
Opgenomen stroom KNX
Behuizing
Afmeting Ø×H
Gewicht
Windrichtingssensor
82590133
j0082590133
100 ... 400 mA(weersafhankelijk)
6 / 8
AC 24 V SELV (± 10%)
DC 21 ... 32 V SELV
-30 ... +60 °C
-25 ... +70 °C
IP 44 (in gebruikspositie)
> 2 m
LiYCY 4xAWG26
5 m
15 m
max. 3 (per lijn)
TP256
S-modus
DC 21 ... 32 V SELV
max. 5 mA
130 × 68 mm
ca. 230 g
03.11.2021
II