Gebruik van tapecartridges
Onderhoud van de tapecartridge
Houdt u zich aan de volgende richtlijnen om de kans op problemen
met tapecartridges of schade aan de tapedrive aanzienlijk te beperken.
Tapecartridges controleren
Controleer uw tapes om mogelijke problemen met de tapecartridge te
onderkennen en verlies van gegevens of schade aan de DLTtapes te voorkomen.
Controleer uw tapes:
■
■
■
■
U controleert als volgt een tape:
1. Verwijder de tapecartridge uit het beschermende plastic doosje.
2. Controleer de tapecartridge op zichtbare barsten of andere fysieke schade.
3. Schud de tapecartridge zachtjes heen en weer. Luister of u iets hoort
4. Gebruik de cartridge niet als u iets hoort.
5. Houd de tapecartridge met de kant die in de tapedrive wordt gestoken naar u
6. Kijk aan de onderkant van de cartridge. De onderste spoelvergrendeling
Opmerking:
zien.
7. Controleer of het schrijfbeveiligingsschuifje goed werkt. Dit schuifje, aan
46
wanneer u een andere of een nieuwe tapecartridge plaatst;
als een tapecartridge is gevallen of ergens tegenaan is gestoten;
als de tapedrive niet meer werkt als u een tapecartridge heeft geplaatst;
als u een partij tapecartridges krijgt die tekens van transportschade vertonen.
Kijk of er onderdelen ontbreken of defect zijn.
rammelen, wat erop kan wijzen dat onderdeeltjes in de cartridge los zitten.
toe. Aan de linkerkant van de tapecartridge moet u nu een klein plastic lipje
zien. Dit is de linkerspoelvergrendeling en deze kan afbreken als de cartridge
valt. Gebruik de cartridge niet als dit lipje er niet op zit.
bevindt zich in de hoek rechtsonder en deze kan afbreken als de cartridge valt.
Gebruik de cartridge niet als dit lipje er niet op zit.
De spoelvergrendeling op de DLTtape-cartridge is wit en is eenvoudig te
het eind van de tapecartridge, moet heen en weer klikken. Als de tapecartridge
is ingesteld voor schrijfbeveiliging, is er een oranje markering zichtbaar.
SuperLoader voor 1-16 tapes Gebruikershandleiding