118 Telefoonbeheer
— Synchroniseer inhoud tussen twee telefoons.
2
Selecteer de telefoon waarmee u verbinding wilt maken en koppel de telefoons.
Bluetooth moet in beide telefoons geactiveerd zijn.
3
Als voor de andere telefoon een toegangscode vereist is, voert u deze in. De
toegangscode, die u zelf mag definiëren, moet in beide telefoons worden
ingevoerd. Sommige telefoons hebben een vaste toegangscode. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de andere telefoon voor meer informatie.
De toegangscode is alleen geldig voor de huidige verbinding.
4
Selecteer de inhoud en OK.
Uw telefoon beschermen
Uw telefoon zo instellen dat het automatisch wordt vergrendeld
Wilt u uw telefoon beveiligen tegen ongeautoriseerd gebruik? Geef een
blokkeringscode op en stel uw telefoon zo in dat deze zichzelf automatisch
vergrendelt wanneer u de telefoon niet gebruikt.
1
Selecteer
Beveiligingsinstellingen
2
Selecteer
Beveiligingscode
tekens vereist en er mogen getallen, symbolen, hoofdletters en kleine letters
worden gebruikt.
Houd de blokkeringscode geheim en bewaar deze op een veilige plek, uit de buurt
van uw telefoon. Als u de blokkeringscode bent vergeten en de telefoon is
vergrendeld, is extra service nodig. Er kunnen extra kosten in rekening worden
gebracht en alle persoonlijke gegevens in uw telefoon kunnen worden gewist.
Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care-centrum of de
leverancier van de telefoon.
3
Selecteer
Duur autom. toetsenslot
automatisch wordt vergrendeld.
Uw telefoon handmatig vergrendelen
Druk in het startscherm op de aan/uit-toets
de blokkeringscode in.
Uw telefoon ontgrendelen
Verschuif de toetsvergrendelingsschakelaar, voer de blokkeringscode in en selecteer
OK.
Als de toetsvergrendelingsschakelaar buiten bereik is, drukt u op de bladertoets en
selecteert u Ontgrendelen.
Instellingen
en
>
Telefoon en
>
en voeg een blokkeringscode in. Er zijn minimaal vier
Telefoon
Telefoonbeheer
>
SIM-kaart.
en geef de tijdsduur op waarna de telefoon
, selecteer
>
Blokkeer telefoon
en voer