3.8 Veiligheidsvoorzieningen
3.8.1 Primaire rem
Elektromagnetische rem die zich automatisch
sluit
–
Als de knop voor OMHOOG/OMLAAG wordt
losgelaten
–
in geval van een stroomstoring.
3.8.2 Noodstop
Als de rode NOODSTOP-knop wordt ingedrukt in
geval van nood, dan wordt de besturing van de takel
volledig uitgeschakeld. Hef het probleem op en zet de
takel weer aan door de NOODSTOP-knop met de
wijzers van de klok mee te draaien totdat de knop vrijkomt.
3.8.3 Fasecontrolerelais
Bij takels met een draaistroommotor verhindert een
ingebouwd fasecontrolerelais de werking van de takel
als de fasen omgekeerd zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de bediening van de knoppen voor OMHOOG en
OMLAAG niet overeenstemmen met de aangegeven
richting, in welk geval zowel de lastbegrenzingsrichting
als de bovenste eindschakelaar niet zouden werken.
Oplossing: verdraai de fase in de steker 180° (Fig. 6).
3.8.4 Lastbegrenzingsinrichting
3.8.4.1 Elektronische lastbegrenzingsinrichting
De lastbegrenzingsinrichting is op een zodanige wijze
door de fabrikant ingesteld dat deze de opwaartse
beweging uiterlijk stopt zodra de last 1,25 maal de
nominale capaciteit van de takel heeft bereikt. Voor
dit doel is de besturingskast voorzien van een waarschuw-
ingssignaal (lamp of zoemer), die de bediener waarschuwt.
Mogelijke oorzaken van uitschakeling:
–
Overbelasting van de gevelonderhoudsinstallatie,
mogelijkerwijs als gevolg van een ongustige
belastingsverdeling, of de installatie wordt bij het
omhooggaan geblokkeerd door een obstakel.
Handelwijze na uitschakeling:
Druk op de knop voor OMLAAG,
–
totdat de installatie weer op de grond staat en
verminder de last of herverdeel de last zodanig
dat de overlast is opgeheven, of
–
totdat de gevelonderhoudsinstallatie vrij is van het
obstakel , dat eerst verwijderd moet worden voordat
er weer verder gewerkt mag worden met de takel.
Werking van de lastbegrenzingsinrichting
De elektronische overlastbegrenzer reageert op het
stroomverbruik van de motor. Tijdens het hijsen wordt
deze gedetecteerd op overbelasting.
Verlagen van de uitschakeldrempelwaarde
Het instellen op een lagere drempelwaarde, bijv. vanwege
een lager draagvermogen van de installatie mag alleen
Fig. 5
1 snelheid
OMHOOG
OMLAAG
NOODSTOP
Fig. 6
Fase omkering
in CE-steker
uitgevoerd worden door een bevoegde elektromonteur
of een specialist op dit gebied (Fig. 7):
A Voorinstellen
A.1 Nominale stroom: draai de bovenste regelaar
rechtsom tot aan de aanslag.
A.2 Startoverbrugging: draai de onderste regelaar
rechtsom tot aan de aanslag.
Fig.7
Elektronische lastbegrenzingsinrichting
A1 11
K
I
1
I
2
(N)
(L) (L)
U
60
10A 5A
40
80
10 % 100
11
START
0
12
14
0,5 s
TIH4X-G
12 14
Y1
Y2
A2
B. Instellen
(Voorbeeld voor de Tirak X 500 P)
B.1 Instellen van overlast
Breng overlast =
nominale belasting + 25 % aan (bijv. 625 kg)
Draai tijdens het hijsen van de overlast de
bovenste regelaar linksom tot de takel stopt.
Laat de overlast zakken tot de kabel slap gaat
hangen. Hijs opnieuw de overlast, de takel
moet stoppen zodra die belast wordt.
Besturing voor
2 snelheden
I
= 5 A, 10 A ~
N
U
I
R
Speicher
N
~
5 A
10 A
A1 A2 K
I1 I2 Y1 Y2 12 11 14
GREIFZUG
U
Y1 Y2
Hysterese (= I
x 0,5)
S
I
S
R
START
µ
5A 250V~ 1000VA
9