5
Justeren
Tijdens
justeren
omgevingsomstandigheden aangepast.
5.1
Justeren met extern gewicht
De juistheid van de weegschaal kan op elk moment worden gecontroleerd en met
aanbevolen kalibratiegewicht (KERN ABS – zie hoofdstuk 1 "Technische gegevens")
of met intern kalibratiegewicht (KERN ABJ) opnieuw ingesteld.
Nieuwe weegschaal dient op locatie te worden gejusteerd na opwarmingstijd en vóór
eerste ingebruikname. Na wijziging van lokalisatie of van omgevingsomstandigheden
(in het bijzonder van temperatuur) is het elke keer vereist om opnieuw te justeren.
Vanwege hoge precisie van het apparaat dient men regelmatig dergelijk justeren te
herhalen.
In model ABS wordt bij noodzakelijk justeren het gewichtssymbool
afgelezen.
Verloop van justeren:
(1)
Gewogen materiaal van de schaal afnemen, de toets TARE/
aanduiding wordt op nul gezet.
(2)
De toets CAL/MENU zo lang drukken totdat het symbool "E cal" verschijnt.
Let op: Weegschalen zonder intern systeem van automatisch justeren worden
standaard op "E cal", d.w.z. justeren met extern gewicht, ingesteld. In menu
"Instellingen" – zie hoofdstuk 4.4.4 – kunnen deze instellingen worden
gecontroleerd en, zo nodig, gewijzigd.
(3)
Vervolgens
nulaanduiding 0,0000 en het gewichtssymbool.
(4)
Nulaanduiding
gewichtswaarde voor justeren.
(5)
Vereist kalibratiegewicht op de schaal leggen.
(6)
Afwachten totdat op display de blinkende waarde 0,0000 verschijnt.
(7)
Het gewicht van de schaal afnemen.
(8)
Op display verschijnt de melding "CAL END" en de weegschaal wordt terug in
weegmodus gezet. Justeren is met succes voltooid.
ABS/ABJ-BA-nl-1019
wordt
de
gevoeligheid
de
toets
TARE/
blinkt.
Vervolgens
van
de
drukken.
Op
display
verschijnt
blinkende,
weegschaal
aan
op display
drukken, de
verschijnt
de
vereiste
27