Inhoudsopgave
Advertenties
Aanwijzing
Motorschade Hoge toerentallen bij koude motor hebben een negatief effect op de levensduur van de motor.
–
Rij de motor altijd met een laag toerental warm.
9.3
Tractiecontrole activeren (EXC‑F Six Days EU, XCF‑W)
Waarschuwing
Vervallen van de toelating voor de openbare weg en de verzekering Als de combinatieschakelaar is gemon-
teerd, vervalt de eventuele toelating van het voertuig voor de openbare weg.
–
Gebruik het voertuig alleen op afgezette trajecten en niet op de openbare weg, als de combinatiescha-
kelaar is gemonteerd.
Info
De tractiecontrole reduceert overmatige slip van het achterwiel voor meer controle en tractie, vooral bij
natte omstandigheden.
Als de tractiecontrole uitgeschakeld is, kan het achterwiel bij sterke acceleratie of op oppervlakken met
een lage hechting doordraaien.
De tractiecontrole kan ook tijdens het rijden worden in- en uitgeschakeld.
De laatst geselecteerde instelling is na opnieuw starten weer actief.
–
Motorfiets van de zijstandaard
de rubberband
–
Versnelling in stationair schakelen.
–
Noodstopschakelaar in stand
Voorwaarde
Omgevingstemperatuur: < 20 °C
–
Koude-startknop tot de aanslag indrukken.
401944-10
–
Startknop indrukken.
Info
Startknop maximaal 5 seconden indrukken. Tot de vol-
gende startpoging 30 seconden wachten.
Bij temperaturen onder 15 °C (60 °F) kunnen er ver-
schillende startpogingen nodig zijn om de lithium-ion-
accu op te warmen, waardoor het startvermogen wordt
verhoogd.
Tijdens het starten brandt het controlelampje storing.
400733-01
–
Toets TC indrukken om de tractiecontrole in of uit te schake-
len.
Voorgeschreven waarde
Motortoerental
De TC led brandt, als de tractiecontrole geactiveerd is.
H02885-01
1
nemen en zijstandaard met
2
borgen.
schakelen.
≤ 4.000 1/min
RIJ-INSTRUCTIES 9
45
Advertenties
Inhoudsopgave
