8. Foutmeldingen
Fout-
Probleem
melding
Meting tijdens de zelftest, appa-
raat nog niet klaar voor de meting.
Sterke schommeling van de
kamertemperatuur.
Kamertemperatuur onder 10 °C of
boven 40 °C (<50 °F, >104 °F).
Thermometer werkt niet meer sto-
ringsvrij.
(1) Modus Voorhoofdtemperatuur:
De gemeten temperatuur is
hoger dan 42,2 °C (108 °F).
(2) Modus Objecttemperatuur: De
gemeten temperatuur is hoger
dan 80 °C (176 °F).
(1) Modus Voorhoofdtemperatuur:
De gemeten temperatuur is
lager dan 34 °C (93,2 °F).
(2) Modus Objecttemperatuur: De
gemeten temperatuur is lager
dan -22 °C (-7,6 °F).
Oplossing
Wachten tot het voorhoofdpictogram niet
meer knippert.
Thermometer minimaal 30 minuten in een
kamer op kamertemperatuur laten liggen
(10 – 40 °C / 50 –104 °F).
Kamertemperatuur moet tussen 10 °C en
40 °C liggen (50 °F, 104 °F).
Batterij gedurende circa één minuut uit het
apparaat halen en weer plaatsen. Neem bij
herhaaldelijke foutmeldingen contact op
met de dealer of de klantenservice.
Gebruik de thermometer uitsluitend binnen
het aangegeven temperatuurbereik. Neem
bij herhaaldelijke foutmeldingen contact
op met de dealer of de klantenservice.
Gebruik de thermometer uitsluitend binnen
het aangegeven temperatuurbereik. Neem
bij herhaaldelijke foutmeldingen contact
op met de dealer of de klantenservice.
13