Installatie
6
Alle werkzaamheden voor de installatie, montage, elektrische aansluiting op het elektricite-
itsnet en buitengewoon onderhoud mogen alleen worden verricht door gekwalificeerd
personeel dat door de verkoper of de fabrikant bevoegd is verklaard, in overeenstem-
ming met de regelgeving van kracht in het land van gebruik van de machine en met de normen
inzake systemen en veiligheid op de werkplek.
Gedurende de installatie moet het gebied vrij zijn van
personen en voorwerpen die niet voor de montage
gebruikt worden.
Controleer voorafgaand aan de start dat u alle noodzake-
lijke werktuigen ter beschikking heeft.
Gebruik uitsluitend hulpmiddelen die in goede staat
verkeren en geen schade vertonen.
Er zijn twee verschillende soorten haken; verwijs naar de montageinstructies voor het type dat u ter be-
schikking heeft.
Eventuele verplaatsingen die na het uitpakken nodig zijn, moeten verplicht met gesloten deuren worden
verricht.
Verplaats de units niet door te trekken aan de deuren, indien aanwezig, de stijlen of andere uitstekende
delen die geen integrerend onderdeel van de structuur zijn.
Loop niet over de units!
Voorafgaand aan de installatie van de machine moeten de stroomvoorziening en de hulpmiddelen voor
de correcte werking van het systeem worden voorbereid; neem, indien nodig, vooraf contact op met de
technische afdeling van de fabrikant.
Voor de werking van de machine zijn geen bijzondere omgevingsomstandigheden vereist. Voor een cor-
recte installatie moet gezorgd worden voor een steunvlak dat waterpas is. Dit is zeer belangrijk voor de
correcte werking van de machine en om de normale opening van de inspectieluiken te kunnen waarbor-
gen.
De installatieruimte moet zich bevinden op een hoogte van maximaal 1.000 meter boven het zeeniveau
(bij een grotere hoogte geven de elektromotoren een lager vermogen af dan nominaal is).
De installatie op de werkplek moet op dergelijke wijze plaatsvinden dat de machine en de aanverwante
uitrusting voor het starten, stoppen en het voorziene onderhoud aan de machine bereikt kunnen worden.
Bij de keuze van de plek moet er rekening mee worden gehouden dat een operator zonder problemen
rondom de machine kan lopen. De minimumafstand tot de dichtstbijzijnde muur moet in ieder geval
minstens gelijk zijn aan de breedte van de machine.
Als de transportmiddelen voor de verplaatsing van de machine ontbreken, moet voor de plaatsing de
nodige vrije ruimte voor reparatie in overweging worden genomen. Zorg tevens voor voldoende ruimte
voor een normale werking, zoals het onderhoud van de machine, met inbegrip van de ruimte die voor
eventuele randapparatuur nodig is.
Voor de inbedrijfstelling van de machine is het volgende nodig:
- Elektrische aansluitingen,
- Aansluiting water,
- Aansluiting luchtkanaal.
29