3.3.
Indicatorlamp
De indicatorlamp geeft de batterijduur en de verbindingsstatus tussen de sonde en het weergave toestel weer. De
indicatorlamp bevindt zich naast de aan/uit knop, zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding. De
batterijduur wordt aangegeven wanneer de sonde voor het eerst wordt ingeschakeld. Nadat de sonde is
ingeschakeld, wordt de status van de batterij vervangen door de verbindingsstatus.
Aan/uit
knop
3.3.1. Batterijstatus van de sonde
De beginkleur van het aan/uit lampje geeft de status van de batterij aan. Als de sonde is uitgeschakeld en u
alleen de laadstatus van de batterij wilt zien, drukt u kort op de aan/uit knop. De indicatorlamp zal een van de
volgende kleuren tonen:
Groen
Geel
Rood
Rood knipperend
Dezelfde informatie wordt weergegeven wanneer de sonde wordt ingeschakeld.
3.3.2. Verbindingsstatus van de sonde
Nadat de sonde is ingeschakeld, geeft de indicatorlamp de verbindingsstatus tussen de sonde en het weergave
toestel als volgt weer:
Groen
Groen knipperend
Geel knipperend
Geel
Rood
Biim Ultrasound Gebruikershandleiding
Aan/uit
indicatorlamp
Batterij is bijna volledig opgeladen (>70%)
Batterij is gedeeltelijk opgeladen (>30% en <70%)
Batterij is bijna leeg (<30%)
Opladen batterij is van cruciaal belang (<10%)
De sonde is aangesloten en het weergave toestel bevindt zich op het
afbeeldingsscherm, bewegend of stilstaand.
De sonde is verbonden met het weergave toestel, maar niet met beeldvorming.
Als de sonde gedurende 10 minuten niet wordt gebruikt, wordt deze
automatisch stilgezet en verandert van groen naar knipperend groen. Als deze
in de 20 minuten daarna nog steeds niet wordt gebruikt, wordt het
uitgeschakeld.
De sonde heeft nog geen wifi-verbinding met het weergave toestel tot stand
gebracht.
De sonde zoekt naar het beste kanaal, op gebruikersverzoek of tijdens het
opstarten als de automatische wifi-scan is geconfigureerd. Zie paragraaf 5.4.6.
De sonde werkt niet en moet opnieuw worden opgestart.
13