12. Gebruik geen verlengsnoeren. Door de grotere lengte van de kabel kan de weerstand van de aardingsgeleider worden
vergroot en groter dan een aanvaardbaar niveau worden.
13. Bij gebruik met verkeerde spanning kunnen de zekeringen doorbranden.Voor de bescherming tegen brandgevaar
mogen ter vervanging uitsluitend zekeringen van hetzelfde type en dezelfde capaciteit worden gebruikt.
14. Om te voldoen aan elektromedische systemen volgens IEC 60601-1 3.1 editie:2012 moeten de computer en printer
buiten bereik van de cliënt worden geplaatst, d.w.z. niet dichterbij dan ongeveer 1,5 m/5 ft.
15. Als de patiëntmicrofoon in de buurt van de patiënt wordt geplaatst, moet de microfoon worden geclassificeerd als
type B.
17
Fabrikant
Natus Medical Denmark ApS
Hoerskaetten 9, 2630 Taastrup
Denemarken
+45 45 75 55 55
www.natus.com
17.1
Verantwoordelijkheid van de fabrikant.
De fabrikant wordt uitsluitend verantwoordelijk geacht voor aspecten die de veiligheid, betrouwbaarheid en prestaties van
de apparatuur beïnvloeden, als:
•
alle montagewerkzaamheden, uitbreidingen, afstellingen, wijzigingen of reparaties worden uitgevoerd door de fabri-
kant van de apparatuur of personeel dat hier door de fabrikant toe is gemachtigd;
•
de elektrische installatie waarop de apparatuur is aangesloten, voldoet aan de EN/IEC-eisen;
Otometrics - MADSEN Itera II
8. Breng geen wijzigingen aan beengeleider- en inserttelefoonkabels aan en verwijder ze niet terwijl
de MADSEN Itera II wordt ingeschakeld. Koppel de beengeleider of de inserttelefoon helemaal los
van het instrument of zorg dat het toestel zelf is losgekoppeld van de voedingsbron.
9. Wanneer een elektrisch medisch systeem wordt gemonteerd, moet de persoon die de montage
uitvoert er rekening mee houden dat aansluiting van andere apparatuur die niet voldoet aan
dezelfde veiligheidsvereisten als dit product, kan leiden tot een verlaging van het algehele vei-
ligheidsniveau van het systeem.
10. Houd bij het kiezen van accessoires die op de RS232-poort en de DC-uitgang van het apparaat moe-
ten worden aangesloten, rekening met het volgende:
–
Gebruik van aangesloten apparatuur in een patiëntenomgeving.
–
Bewijs dat de aangesloten apparatuur is getest overeenkomstig elektromedische systemen in
IEC 60601-1 3.1 editie: 2012, ANSI/AAMI ES60601-1 (2005) + AMD 1 (2012) en CAN/CSA-
C22.2 nr. 60601-1 (2014).
–
Raak de connectors van het apparaat of de aangesloten apparaten en de patiënt niet tege-
lijkertijd aan.
11. De geleiding van de aardverbinding moet periodiek worden gecontroleerd.
17 Fabrikant
25