8
|
Bediening
8.2.2 Speciale verwarmingsbedrijfsstanden
8.2.3 Uitblaasrichting regelen
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
28
Werking
Ontdooien
Warme start
De volgende uitblaasrichtingen kunnen worden ingesteld:
Richting
Vaste stand. De binnenunit blaast de
lucht uit in 1 van 5 vaste standen.
Draaien. De binnenunit wisselt af
tussen de 5 standen.
Auto. De uitblaasrichting van de
binnenunit verandert volgens de
ingestelde werking of de door een
bewegingssensor gedetecteerde
beweging.
INFORMATIE
Afhankelijk van de lay-out en organisatie van het systeem, is de automatische stand
niet beschikbaar.
Opmerking: De aanbevolen stand van de horizontale kleppen hangt af van de
bedrijfsstand.
Beschrijving
Om een verlies van het
verwarmingsvermogen door ijsvorming
in de buitenunit te voorkomen, schakelt
het systeem automatisch over naar de
ontdooistand.
In de ontdooistand wordt de ventilator
van de binnenunit stilgelegd en
verschijnt het volgende symbool op het
thuisscherm:
Na ongeveer 6 tot 8 minuten wordt de
normale werking hervat.
Bij warme start wordt de ventilator van
de binnenunit stilgelegd en verschijnt
het volgende symbool op het
thuisscherm:
Weergeven
FXUA50~100AVEB
VRV-systeemairconditioner
4P673843-1 – 2022.01