1
2
3
5.3 Filters reinigen
De reinigingsintervallen zijn sterk afhankelijk van de bedrijfsomstandig-
heden.
– Controleer met regelmatige tussenpozen de binnen- en buitenkant
van de filters en het beschermrooster achter de filters op herkenbare
verontreinigingen.
40873 / 0
– Zet de netschakelaar van het apparaat uit en haal de stekker uit de
contactdoos.
– Filter verwijderen.
– Stofzuig het beschermende rooster met een stofzuiger.
3 x
40356 / 1
– Filters drogen of vochtig reinigen.
Droge reiniging: stofzuiger (afhankelijk van verontreiniging
Vochtige reiniging: water en afwasmiddel, ook vaatwasser
40898 / 0
– Gereinigde en gedroogde filters er weer inzetten.
3 x
40358 / 1
Opmerking:
Voor montage/verwijdering bij modificatie van de filters als
kinderslotvariant, zie pag. 21.
LET OP!
Risico op schade aan het apparaat door vocht
Bij het opnieuw aanbrengen moeten de gereinigde filters
droog zijn.
Reiniging en onderhoud
Gebrauchsanweisung - 27/32