KNX/EIB
Aanwezigheidsmelder
Instellingen met IRafstandsbediening handmatig veranderen
Indien vrijgegeven, kunnen met een afstandsbediening afzonderlijke instellingen voor
functieblok 1 tijdens bedrijf worden veranderd.
Gevoeligheid:
o
Gevoeligheid verhogen: toets ´ bedienen.
o
Gevoeligheid verminderen: toets ² bedienen.
o
Ingestelde gevoeligheid weer oproepen: toets ³ bedienen.
i De handmatige correctie van de gevoeligheid door de insteller Sens. (6) wordt door de IR-
afstandsbediening overschreven en omgekeerd.
Helderheidsdrempel:
o
Helderheidsdrempel veranderen: afhankelijk van de eisen knop Ê, knop Ë, knop Ì of
knop Í bedienen.
o
Actuele helderheid als helderheidsdrempel instellen: knop É bedienen.
Nalooptijd: de vast ingestelde nalooptijd van 10 seconden kan individueel worden verlengd.
o
Nalooptijd verlengen: afhankelijk van de eisen knop ¼, knop Ï, knop
Ð, knop Ñ of knop Ò bedienen. Andere waarden kunnen met de toet-
sen Ó/Ô worden ingesteld.
5 Informatie voor elektromonteurs
5.1 Montage en elektrische aansluiting
Registratiezone en reikwijdte
Het apparaat heeft een registratiezone van 360°. De diameter van de registratiezone is afhan-
kelijk van de montagehoogte en de bewegingsrichting van personen in de registratiezone
(afbeelding 3).
Bij toenemende montagehoogten vergroot de registratiezone, tegelijkertijd worden registratie-
dichtheid en gevoeligheid verminderd.
82585612
Afbeelding 2: Tangentiale en radiale bewegingsrichting
20.03.2014
4/10