13. Met de Quadcopter vliegen
Belangrijk
•
Voer de stappen uit beschreven in "12. Aan de slag om te vliegen" op pagina 12.
•
Laad de batterij van de quadcopter op als u een pieptoon hoort en de led van de
quadcopter knippert.
•
Elke keer wanneer u de batterij van de quadcopter loskoppelt, schakel dan de zender
uit en herhaal het koppelingsproces om de verbinding opnieuw tot stand te brengen.
•
Controleer voor het vliegen of alle onderdelen correct werken/geen schade vertonen.
a) De zender met de quadcopter koppelen
1. Zet de zender AAN door op de aan-/uitknop te drukken
- De LED zal langzaam knipperen als de quadcopter wacht op de verbinding.
- Een pieptoon zal klinken en de LED blijft branden wanneer deze is gekoppeld.
2. Zet de quadcopter AAN.
- Steek de batterijstekker in de aansluiting op de quadcopter om het AAN te zetten.
b) Klaar om op te starten
1. Plaats de quadcopter op een horizontaal oppervlak.
- De LED zal langzaam knipperen als het oppervlak
waterpas is.
- De LED zal snel knipperen en de quadcopter zal
niet reageren als het oppervlak niet waterpas is.
2. Ontgrendel de quadcopter.
- Duw de gashendel omhoog (er zal een korte pieptoon klinken).
- Trek de gashendel naar beneden (er zal een lange pieptoon klinken).
- De LED zal constant blijven branden wanneer ontgrendeld.
3. Kalibreer de positiesensoren.
- Trek beide hendels tegelijkertijd naar de positie rechtsonder.
- De quadcopter-LED zal kort knipperen en vervolgens
continu branden.
4. De quadcopter is nu klaar om te vliegen.
13