Instelwaarden
Beschrijving
1: Zonder byp.
Bij deze bedrijfswijze werkt de pomp
Δp-const.-kick
met een constante druk. Wanneer de
circulatiewaterhoeveelheid voor het
starten van de CV-functie niet aan-
wezig is en een warmtevraag be-
staat, dan kan met deze pompmodus
de circulatiewaterhoeveelheid met de
automatische drukverhoging worden
gerealiseerd.
Een fijninregeling van het pompbe-
drijf kunt u met de parameters D.171
en D.174 uitvoeren.
2: Bypass Δp-
Bij deze bedrijfswijze werkt de pomp
constant
met een constante druk. Voor het
aanhouden van de minimale circula-
tiehoeveelheid wordt de bypass met
drukverhoging geopend.
Een fijninregeling van het pompbe-
drijf kunt u met de parameters D.171
en D.174 uitvoeren.
3: Spreiding ΔT
Bij deze bedrijfswijze wordt de pomp
op een ingestelde spreiding gere-
geld. De benodigde circulatiewater-
hoeveelheid voor de start van de
CV-functie, en een minimaal resp.
maximaal pompdrukniveau begren-
zen de werking.
De gewenste spreiding wordt met de
parameter D.172 ingesteld.
Het minimale pompdrukniveau wordt
met de parameter D.173 ingesteld.
Het maximale pompdrukniveau wordt
met de parameter D.174 ingesteld.
4: Vaste pomp-
Bij deze bedrijfswijze werkt de pomp
fase
op een vast ingestelde stand. Deze
werkwijze van de pomp heeft voor
een homogene warmteoverdracht de
voorkeur, wanneer een open verde-
ler, systeemscheiding, hydraulische
cascade of een buffer enz. is geïn-
stalleerd.
De vaste pompstand wordt met de
parameter D.175 ingesteld.
8.3.8
Aanvoertemperatuur/gewenste temperatuur
instellen
1.
Uitgaande van de basisweergave drukt u op
◁
In het display wordt de al ingestelde aanvoertempe-
ratuur/gewenste temperatuur getoond.
2.
Stel de gewenste aanvoertemperatuur/gewenste tem-
peratuur in.
8.4
Instellingen voor warm water aanpassen
8.4.1
Comfortmodus
De comfortfunctie maakt het activeren van de naverwarming
van de warmwaterboiler mogelijk. De comfortfunctie is stan-
daard in de fabriek geactiveerd.
8.4.2
Warmwatertemperatuur instellen
Gevaar!
Levensgevaar door legionellabacteriën!
Legionellabacteriën ontwikkelen zich bij tem-
peraturen onder 60 °C.
0020297502_01 Installatie- en onderhoudshandleiding
▶
Zorg ervoor dat de gebruiker alle maatre-
gelen voor de legionellabeveiliging kent
om de geldende voorschriften voor het
voorkomen van legionellabacteriën te ver-
vullen.
1.
Neem de geldende aanwijzingen m.b.t. de preventie
tegen legionellabacteriën in acht
2.
Uitgaande van de basisweergave drukt u op
3.
Stel de gewenste warmwatertemperatuur in.
8.4.3
Water ontkalken
Door een stijgende watertemperatuur stijgt de kans op
kalkuitval.
▶
Ontkalk indien nodig het water.
8.4.4
Naverwarming zonne-energie instellen
Aanwijzing
Waarborg, dat de warmteopwekker gedurende de
zomermaanden ingeschakeld blijft.
Voorwaarde: Inlaattemperatuursensor aanwezig
▶
Stel de diagnosecode D.058 in. (→ Pagina 19)
▶
Zorg ervoor dat de temperatuur aan de koudwateraan-
sluiting van het product niet meer dan 70 °C bedraagt.
8.5
Onderhoudsinterval
Een service-interval kan op twee manieren worden gedefini-
eerd.
Via D.084 stelt u het aantal bedrijfsuren in.
Via D.161 stelt u een datum in.
De servicemelding verschijnt afhankelijk van de gebeurtenis,
die het eerste optreedt (afloop van de uren of bereiken van
de datum).
Wanneer u slechts één van beide diagnosecodes (D.084 of
D.161) instelt, wordt de andere diagnosecodes automatisch
naar de fabrieksinstelling teruggezet.
Wanneer u voor D.084 de keuze Niet ingesteld selecteert,
.
dan wordt de servicemelding met betrekking tot de bedrijfsu-
ren gedeactiveerd. De servicemelding voor de datum blijft
actief en kan niet worden gedeactiveerd.
Na afloop van de servicewerkzaamheden moet u de onder-
houdsintervallen opnieuw instellen. (→ Pagina 27)
8.5.1
Onderhoudsinterval instellen/resetten
1.
Stel de diagnosecode D.084 of D.161 in.
(→ Pagina 19)
Aanwijzing
De bedrijfsuren tot de volgende inspec-
tie/onderhoud moeten individueel (afhan-
kelijk van het type installatie en het verwar-
mingsvermogen) worden ingesteld.
.
27