— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
BORDUURWERK
Patronen bewerken en opslaan
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u patronen bewerkt, aanpast en verplaatst.
Indeling en formaat
aanpassen
Het patroon wordt normaliter in het midden van het
borduurraam geplaatst. U kunt de indeling
controleren en de positie en de grootte wijzigen
voordat u gaat borduren.
Memo
Toetsen die zijn omgeven met een stippellijn
(bijv.
) kunt u niet gebruiken.
a
Druk op
nadat u een patroon hebt
geselecteerd.
Het borduursel scherm wordt weergegeven.
b
Druk op
.
Het lay-outscherm verschijnt.
162
c
Controleer en wijzig de indeling.
a
b c
k
j
a Indeling binnen het raam
b Maateenheid weergave (cm/INCH)
c Beschikbare borduurramen
d Positiewisselingstoetsen
e Formaattoets/Lay-outtoets
f Rotatietoets
g Horizontale spiegeltoets
h Controletoets
i Beginpunttoets
j Afstand van het midden
k Borduurgrootte
Grootte borduurraam
Hier wordt weergegeven welk formaat
borduurraam u kunt gebruiken. Wanneer
de kleine markering grijs is, kan het kleine
borduurraam niet worden gebruikt. Deze
knipperen als het patroon is vergroot/
verkleind, de indeling is aangepast of de
aanbevolen borduurraamgrootte is
gewijzigd.
VOORZICHTIG
● Gebruik het borduurraam dat bij de
grootte van het borduurwerk past. Anders
raakt de persvoet mogelijk het
borduurpatroon. Dit kan breuk van de
naald of verwonding veroorzaken.
d
e
f
g
i
h