Inhoudsopgave
Advertenties
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in hoofdstuk inbedrijfstelling is
beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld, kan het worden
ingeschakeld.
Opmerking
Gebruik het apparaat uitsluitend rechtop, omdat anders
de compressor beschadigd kan raken.
1. Druk op de toets ON/OFF (17).
ð Het apparaat start met de ontvochtiging.
Bedrijfsmodus instellen
Gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid instellen
U kunt de gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid op ieder
moment wijzigen.
1. Druk op de pijltoetsen (15, 16), voor het instellen van de
gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid. Het instelbereik
ligt tussen 10% en 95% in stappen van 1%.
ð Bij het ingedrukt houden van de pijltoetsen loopt de
instelling sneller door.
ð De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid wordt
ca. 10 seconden op de weergave
Ruimteluchtvochtigheid / foutdiagnose (18)
weergegeven, daarna wordt de actuele relatieve
ruimteluchtvochtigheid weergegeven.
Ventilatorsnelheid instellen
U kunt op ieder moment kiezen tussen een lage en een hoge
ventilatorsnelheid.
1. Druk op de toets WIND (14), voor het kiezen van de lage of
de hoge ventilatorsnelheid.
ð De gekozen ventilatorsnelheid wordt door de indicatie
Ventilatorsnelheid (12) weergegeven.
11
Ontvochtiging
Het apparaat draait tot het bereiken van de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid. Daarna schakelt de compressor uit en
loopt de ventilator na en schakelt vertraagd uit. Wordt de
gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid overschreden,
schakelen de compressor en de ventilatie weer in.
De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid kan worden
ingesteld, het instelbereik ligt tussen 10% en 95% in stappen
van 1%.
Info
Het bereik voor de effectieve luchtontvochtiging ligt
tussen 30% en 80%, ook al maakt het apparaat het
instellen van de gewenste relatieve luchtvochtigheid
tussen 10% en 95% mogelijk.
U kunt op ieder moment kiezen tussen een lage en een hoge
ventilatorsnelheid.
Memory-functie
Bij korte netonderbrekingen onthoudt het apparaat de gewenste
relatieve ruimteluchtvochtigheid en de gekozen
ventilatorsnelheid. Zodra de netvoeding weer is hersteld, start
het apparaat automatisch.
Auto-stop-functie
Is het waterreservoir vol, niet goed geplaatst of is de gewenste
relatieve ruimteluchtvochtigheid bereikt, stopt het apparaat
automatisch. De ventilator draait ca. 3 minuten na en schakelt
dan uit.
Bedrijfsurenteller
Het apparaat heeft een bedrijfsurenteller (13). De weergave voor
minuten heeft twee posities, de weergave voor uren heeft vijf
posities.
Bedieningshandleiding – luchtontvochtiger TTK 172 ECO
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
